'Toorenvliet, het buitenverblijf van den burgemeester van Middelburg, den heer jhr. mr. L. Schorer, was prachtig versierd met bloemen, vlaggen en planten en niet minder Vijvervreugd, het verblijf van den heer jhr. mr. Van der Lek de Clercq; de fluwelen draperiën, met goud omzoomd en de mooie planten maakten daar een goed effect.' Toen jhr. Van Panhuys Vijvervreugd bewoonde en Koningin Wilhelmina in 1907 op doorreis naar Koudekerke was, stonden op een groot tapijt vóór Vijvervreugd meisjes met bloemen, die zij voor het koninklijk rijtuig strooi den. Hoge vlaggemasten en Oranje, Mecklenburgse en nationale vlaggen staken kleurig af tegen het donkere taxisgroen. De koningin bedankte voor deze hulde. Zo deelde Vijvervreugd ook in koninklijke belangstelling. Mr. J.H. de Stoppelaar, archivaris van Middelburg en secretaris van het Zeeuws Genootschap, schrijft in zijn gedenkboek van het bezoek dat Z.M. Willem III van 21 mei tot 30 mei 1862 aan Zeeland bracht: 'Eerst maakte men nog, uitgelokt door het heerlijke zomerweder, eenen kleinen omtoer door de stad, over de Balans, Koepoortstraat, Molenwater, Zuidsingel, Noordstraat, Groote Markt en Langevijle naar de Poort. Nu ging het den straatweg op aan beide kanten met welvarende landhoeven en schoone buitenplaatsen omzoomd. De laatsten wedijverden onderling in pracht en smaak van uiterlijken tooi. Het deftige Toorenvliet bragt den koning het eerst zijne hulde in de breede eerepoort, die met een sierlijken boog van bloemfestoen en draperiën den weg overspande. Dan volgde de buitenplaats Vijvervreugd, waarvan het moderne woonhuis met zware guirlandes was be hangen, terwijl allerlei fijne kasplanten de ruimte tusschen de ramen vulden en tot hoog langs het muurwerk opschoten.' Begin september 1917 werd Vijvervreugd bewoond door de heer A.L.J. van Hoek en zijn echtgenote L.C. van Hoek - van Hoek en hun dochter. Zij waren afkomstig van de buitenplaats Berkenbosch te Oostkapelle. De heer van Hoek was destijds neus-, keel- en oorarts in Utrecht en zij woonden op Vijvervreugd tot ongeveer oktober 1922. Zij huurden de buitenplaats van mevrouw van der Lek de Clercq. Mevrouw Bolkenbaas - van Hoek, die vanaf haar 12de tot haar 18de jaar, samen met haar ouders Vijvervreugd bewoonde, vertelde: 'Toen op een avond mijn moeder op visite was verzocht door mevrouw Schorer - Plaat, op Toorenvliedt (dat aan Vijvervreugd grensde), zou mijn vader haar na het einde van haar bezoek afhalen. Toen hij echter voor het hek van Toorenvliedt aangekomen was, bleek dit op slot te zijn. Maar hier wist mijn vader wel raad op; hij ging naar huis om een oude scheepsroeper en maakte zó zijn aanwezigheid voor het hek kenbaar, waarop de tuinman aan kwam spoeden en het hek opende, zodat mijn vader toch aan zijn belofte kon voldoen, om mijn moeder af te halen!' Dat het in die tijd ook wel eens stormde, blijkt uit het volgende dagboekver- haal dat in november 1921 werd opgetekend door een toen 15-jarig meisje: 't Was een droge zomer geweest, onnatuurlijk droog en 6 november was het nog zomer, 't Had nu geregend, niet buitenmatig, maar toch was de boven grond goed nat. En toen die zesde november; de wind die 's morgens ineens opstak, de bomen te zwak om dien druk te weerstaan. Wel waren de meeste blaren er al af, maar de wortels hadden geen houvast in den grond. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 18