Engelse Kanaal bekend als een hecht en sterk schip. Voor het beloodsen 'om de noord' had het echter enkele handicaps. Het schip ging bij enige zeegang moeilijk door de wind en moest daarom voor de wind rond gaan, waarbij een cirkel moest worden beschreven in de richting van de wal. Om de mobiliteit te vergroten had men in 1923 een hulpmotor van 90 pk in de schoener geplaatst, die echter te weinig vermogen had om het zeil te vervangen en de zeileigen schappen van het schip ongunstig beïnvloedde. De oorzaak van de ramp kan ook zijn, dat de schipper te lang op de kruispost is gebleven. Van hem was bekend, dat hij 'liever zou verzuipen dan op het matje te moeten komen', doelende op een collega die gestraft werd en met wachtgeld werd gezonden omdat hij het enige malen noodzakelijk achtte de post te verlaten. Op Terschelling stelde men het beleid van het loodswezen verantwoordelijk voor de ramp, de pers bemoeide zich er mee en er werden, o.m. door het toenmalige kamerlid Oud, vragen aan de minister gesteld, waarbij Oud stelde dat de marine de indruk wekte dat zij de zaak het liefst in de doofpot had gedaan. Tekenend voor de verhoudingen in die tijd was het antwoord van de minister. Aanvankelijk had hij niet de indruk dat men behoefte gevoelde aan een onderzoek naar de zaak, die toch een van de vele schepen betrof die tijdens die stormnacht gebleven waren. Vervolgens voegde hij, na enig aandringen er aan toe, dat hij door de toon waarop het loodswezen in enkele organen werd aangevallen, zich bij het onderzoek wat weerhouden heeft. In de beschrijving van de dienstleiding ten opzichte van het personeel groeit het boek uit tot een sociale roman, waarin juist de sterke figuren vermorzeld worden. Als in oktober 1921 de dertig jaar oude houten loodskotter in een storm met man en muis vergaat en de emoties in Delfzijl losbreken, komt eindelijk de minister met een delegatie naar het hoge noorden om aan te tonen dat er met het onderhoud van de houten loodskotters niets aan de hand is. 'Jan van Linge, die op de nominatie stond om loodsschipper te worden, pakte een mes en stak daarmee in het hout van het schip. Het was of hij in een pakje boter prikte, zo slecht was het schip. Hij vertelde het gezelschap waar het om ging. Geen woord te veel, maar wel de volle waarheid. Jan van Linge, een fijne rustige kerel, een prima zeeman die hoog bij de mensen stond aangeschreven, werd als loodsschipper gepasseerd Een epos over mannen die nooit de achting en waardering kregen die zij verdienden. Het boek is verlucht met vele oude foto's. Sj.J. Op Kruispost, Zeilende loodsen voor de Nederlandse kust, door Hans Beukenta. Uitgave De Boer Maritiem. Prijs 40,75. Een eeuw loodsen op en om de Schelde Ter gelegenheid van haar honderd-jarig bestaan heeft de Vereniging Nederlandse Loodsen Sociëteit een gedenkboek uitgegeven, getiteld EEN EEUW LOODSEN OP EN OM DE SCHELDE 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 28