Uitgave van de Vereniging Nederlandse Loodsen Sociëteit te Vlissingen
Prijs 45,
Wandelen over Walcheren
Een ietwat treurig stemmend boekje. Dat is de Prisma-pocket, deel van een
serie, van het (blijkbaar mannelijke) duo Isy en Evy Zwolle: 'Wandelen over
Walcheren'.
Toch ziet de uitgave er op het eerste gezicht niet onaardig uit. De tekst is
handgeschreven, en wordt geïllustreerd met een groot aantal kleine, fijn gete
kende afbeeldingen. Het accent ligt echter op de routekaarten en de bijbe
horende tekst, en daarop richt zich onze kritiek.
Hoofdmoot van het boekje vormt een 45 km. lange wandeling Vlissingen -
Middelburg - Arnemuiden - Veere - Vrouwenpolder - Oostkapelle, ook te
lopen in vijf aparte étappes.
Vanuit Veere en Oostkapelle worden twee afzonderlijke rondwandelingen be
schreven. En in Vlissingen, Middelburg en Veere drie stadswandelingen.
De kaarten, kennelijk getekend op basis van de topografische kaart (de
zogenaamde stafkaart) bevatten telkens een deel van de beschreven route.
Waar die route begint wordt niet altijd helder aangegeven. In Vlissingen ligt
het vertrekpunt kennelijk bij het station maar nergens blijkt dat expliciet.
Sommige van de kaartjes bevatten wél pijlen in de looprichting, andere weer
niet. Dat vind ik een gemis, want het systeem dat de heren Zwolle nu toepassen
werkt mijns inziens niet prettig. Elke wandeling of gedeelte ervan begint of
vervolgt onderaan een kaartbladzijde, en eindigt bovenaan die bladzijde.
Dat moest met zich meebrengen dat de kaartjes afwisselend het noorden,
oosten, zuiden, en westen boven hebben! Nodeloos ingewikkeld maken ze het
ook door kaarten van rondwandelingen te omlijnen, ter onderscheiding van de
niet omkaderde lange wandeling. Niet alle in de tekst genoemde bezienswaar
digheden kregen op de kaart een nummer; zo bijvoorbeeld de Vlissingse
Oranjemolen. Soms zijn deze nummers omcirkeld, daarmee verwarring op
roepend met weer een andere nummering.
Letten we op de inhoud, dan valt eigenlijk nergens in de tekst op, of bij de
routes de specifieke deskundigheid van de auteurs met betrekking tot dit ge
bied. Met het bekende Kunstreisboek en een enkele andere gids in de hand kan
elk een dezelfde kennis vergaren die in dit boekje bijeengebracht is.
De verstrekte informatie is voornamelijk bouwkundig van aard en dat is, juist
op het platteland maar een zeer gering deel van wat er werkelijk te zien valt.
Vooral een dergelijke wandeling dient landschappelijke gegevens niet te
verwaarlozen; ook over natuurlijke aspecten en over de landbouw worden we
vrijwel niets gewaar.
Wanneer bepaalde centrale zinnen in een boek twijfels oproepen, moet een
auteur van goeden huize komen wil die twijfel bij de lezer verdwijnen. Het duo
Zwolle slaagt daar mijns inziens niet in.
Dergelijke zinnen staan bijvoorbeeld op pagina 40-42, en getuigen van wel heel
weinig kennis: 'De middeleeuwse polders worden gebruikt als akkerland en
voor fruitteelt; zijn doorgaans klein en grillig gevormd en worden van elkaar
gescheiden door sloten, watergangen en dijken.'
Enige ervaring met excursies leert dat je bij een dergelijke tocht informatie
moet verstrekken op het moment dat die ter zake doet. Dat betekent -concreet-
29