VELDNAMEN VAN WALCHEREN;
verslag van een presentatie
Zoals bekend, is binnen onze Heemkundige Kring al geruime tijd een
commissie 'veldnamen' actief. Het meeste werk dat hier wordt verricht,
gebeurt in betrekkelijke stilte. Eigenlijk trad de commissie tot dusverre alleen
naar buiten bij de presentatie, inmiddels al weer drie keer, van een publicatie.
Onlangs bestond er gelegenheid ook anderszins, zelfs landelijk, de resultaten
te presenteren.
Op 20 oktober j.l. organiseerde de Historische Werkgroep Haerlem in die stad
een symposium onder de totel 'lokaal en regionaal historisch onderzoek: tra
ditioneel of origineel'. Vanwege het grote belang had de Culturele Raad
Noord-Holland dit congres 'geadopteerd' als de jaarlijkse zogeheten histo
rische dag. Aan het symposium was voorafgegaan een enquête die onder ruim
600 organisaties voor lokaal en regionaal historisch onderzoek (heemkundige
kringen in de ruimste zin van het woord) in geheel Nederland was gehouden.
Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan waren 10 organisaties uitgenodigd
om op 20 oktober voor een gehoor van ruim 200 leden en bestuursleden van
dergelijke kringen iets te vertellen over een specifiek, door de vereniging in
kwestie uitgevoerd project. Daarbij ging het om methoden en (voorlopig)
resultaat van onderzoek, met als oogmerk andere kringen te stimuleren,
suggesties aan de hand te doen e.d.
De Heemkundige Kring Walcheren was verzocht verslag te doen van het veld-
namenonderzoek dat bij de organisatoren van de enquête en het symposium de
aandacht had getrokken. Namens de commissie 'veldnamen' hield Aad de
Klerk over dit onderwerp een inleiding, waarvan u de tekst hieronder aantreft.
In de wandelgangen van het symposium konden de deelnemers kennis nemen
van een door Marinus Kooiman vormgegeven wandpaneel dat hetzelfde
onderzoek nog eens in beeld bracht. Het leek ons goed, ook al was de inleiding
gericht op buitenstaanders, deze hier af te drukken ten behoeve van de eigen
leden.
'Waarschijnlijk van geen andere provincie is het gezicht gedurende de laatste
halve eeuw zo ingrijpend veranderd als dat het geval was met Zeeland. Die ver
anderingen betroffen niet in de laatste plaats het landschap. En het voormalige
eiland Walcheren had daar wel heel in het bijzonder deel aan. Snelle ont
wikkelingen in landbouw, verkeer en recreatie brachten die wijzigingen in het
landschap teweeg. Het diepst ingrijpend van al was wel de grootscheepse her
verkaveling die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd uitgevoerd.
Om de geschiedenis te faseren hebben veel Zeeuwen het nog steeds over: vóór
de ramp, en na de ramp, en u zult begrijpen dat ze daarmee de februari-ramp
van 1953 bedoelen. Die van Walcheren echter zijn eerder geneigd te spreken
van: voor en na de oorlog. De oorlog, dat betekende voor Walcheren eerst het
vuur, en naderhand het water.
Nu is het niet alleen een blik op de kalender in dit jaar van herdenken, die me
aanleiding verschaft dit hier ter sprake te brengen. Ook het werk waarover ik u
in het kort iets mag vertellen, vindt de aanleiding in het verleden. En dat
3