schien nog nooit tevoren aan het papier is toevertrouwd? Wat dit aangaat is in Zeeland mevrouw Ghijsens onvolprezen dialectwoordenboek een veel gebruikte vraagbaak. Verificatie is een ander vereiste. Daarbij gaat het erom aan de weet te komen of ook anderen dan de betrokken informant een bepaald perceel met dezelfde naam aanduiden. Het is onmiskenbaar dat sommige namen tot de geestelijke bagage van maar enkelen behoorden, terwijl andere gemeengoed waren. Een veel voorkomende naam als 'Vö 't 'of' (voor de boerderij) heeft eigenlijk alleen maar betekenis voor de zeer beperkte groep van bewoners van diè bepaalde boerderij; een naam als de 'Meul'oek' (molen hoek) daarentegen speelt in de woordenschat van het gehele dorp een rol. Bij het ontbreken van landschappelijke houvast moeten vooral kaarten het de informanten mogelijk maken zich de vooroorlogse situatie te herinneren, en de namen te localiseren. Grootschalige ongekleurde kaarten (schaal 1:5000, 1:10.000) zijn ideaal. Als extra hulpmiddel bij de herkenning kunnen oude topografische kaarten (in de wandeling stafkaarten genoemd) dienst doen; deze geven in kleur het vroegere grondgebruik. Ook luchtfoto's kunnen die fuctie vervullen. Niet alleen voor Zeeland, ook voor andere delen van pro vincies is uiterst belangrijk de helaas veel te weinig bekende en gebruikte serie luchtfoto's die de Royal Air Force in de oorlog van ons land maakte (3). Bij dit alles moeten we wel beseffen dat niet iedereen een luchtfoto of oude kaart even gemakkelijk leest; en dat het grondgebruik, heel belangrijk bij de herkenning, niet constant was. Sommige veldnamen getuigen daar trouwens van; zo bijvoorbeeld de naam 't Nieuwe Land', als aanduiding van gescheurd grasland. De verzamelde namen worden genoteerd opfiches die verkrijgbaar zijn bij het Amsterdamse P.J. Meertens-Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Daarnaast moeten de namen ook op een kaart verschijnen. Alleen zö is inzicht te krijgen in het zo geheten namenveld van een bepaald gebied, in de wijze waarop de namen soms in onderlinge samenhang voorkomen. Een naam als 't Land van de Schilder' wordt door zo'n blik op de kaart niét verklaard, maar de veldnaam 't Verloren Weitje' (dat is: het afgelegen weitje) mogelijk wél. Tenslotte, bij deze fase van het onderzoek nog dit. We hebben op Walcheren de ervaring dat en passant veel informanten ook gegevens bezitten èn kwijt willen over heel veel andere zaken dan veldnamen: vo,..sverhalen bijvoorbeeld en volksliederen, plaatselijke geschiedenis, genealogie en dergelijke. Het is goed hier aandacht aan te schenken, ook al kost het vaak extra tijd, en al betreedt men op deze wijze soms vreemd terrein. Met deze 'nevenwerk zaamheden', als ik ze zo vanuit de naamkunde mag betitelen, kunnen ook al spoedig andere werkgroepen zich uitsluitend gaan bezighouden. Overigens: heel wat Nederlandse veldnamen zijn in de jaren na de oorlog juist via dit soort nevenwerkzaamheden verzameld. Dat gebeurde in verloren uur tjes, wanneer het toch regende of vroor, door bodemkundigen wier primaire taak het was bodemkarteringen te verrichten. Het verzamelen van oude veldnamen is in tenminste tweeërlei opzicht een race tegen de klok. Allereerst kan de mondelinge overlevering van de namen door het overlijden van een informant definitief tot een einde komen. In de tweede plaats: het is onze ervaring dat ter plaatse al spoedig grote belangstelling ont staat voor publicatie van de verzamelde gegevens. Hoewel het belangrijkste werk is geklaard: namelijk documentatie van de namen, kun je naar onze mening daar niet mee volstaan. Om aan de grote belangstelling voor het 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 7