Souburg) 'met de magt om mijn dood lichaam ordentelijk te doen begraaven,
voor welke moeytens ik hem toelegge eenhondert gulden'.
Abraham Brouwenaar woonde aan de Vlasmarkt, wijk L nummer 8, in het
huis genaamd 'Leeuwenstein', thans een deel van het gebouw, waarin nu de
Gemeentelijke Sociale Dienst gevestigd is. Hij was getrouwd met Pieternella
Lous, die op 10 september 1845 overleed. Abraham Brouwenaar, in officiële
stukken 'grondeigenaar' genoemd, overleed kinderloos op 10 januari 1863 in
Middelburg. Door zijn overlijden kwam Poelendaele in het bezit van vele
erfgenamen, waaronder Daniel Brouwenaar Dronkers, kruidenier, toen
wonende aan de Dam 4 te Middelburg.
Abraham Brouwenaar vermaakte het vruchtgebruik van de hofstede Poelen
daele aan zijn broer Jan Adriaan Boutens Brouwenaar, die met Jacoba
Julianus was getrouwd. De vruchtgebruiker overleed te Koudekerke op
Poelendaele de 25 ste oktober 1868; hij was geboren te Axel op 10 april 1796.
In 1868 wordt Poelendaele omschreven als 'hofstede en buitenverblijf'. Bij de
hofstede behoorde een herenhuis met koetshuis. Daarachter was een grote
siertuin, beplant met sparren. Vóór het huis was een plantsoen dat zich uit
strekte tot aan de straatweg. Herenhuis en hofstede waren aan elkaar
vastgebouwd.
Na het overlijden van de vruchtgebruiker van Poelendaele, die het herenhuis
bewoonde, werd Poelendaele verkocht aan Jan Pieter la Brand, geboren in
Middelburg op 27 september 1848; hij was gehuwd met Pieternella Janneke
Pelle. Zij gaan Poelendaele bewonen op 28 februari 1874, dus kort nadat het
Kanaal door Walcheren is gegraven en het spoor Roosendaal-Vlissingen is
aangelegd.
12