Sint Nicolaas Via een binnendeur was de huiskamer van de hofstede verbonden met het huis van de familie la Brand, (het herenhuis) Toen de hofstede werd bewoond door de pachter J. Poppe (1900-1925) was de betreffende deur echter gesloten met een ketting en voor de deur stond een linnenkast, zodat nauwelijks te zien was dat zich achter die kast een deur bevond. Veertien dagen vóór Sint Nicolaas werd de kast enkele centimeters verschoven, zodat de deur op een kier geopend kon worden. Als de kinderen die avond Sint Nicolaasversjes gezongen hadden, ging met luid gerammel van de ketting, de deur open en werden er vanuit het huis van de familie la Brand pepernoten gestrooid in de huiskamer van de pachter, waar de jongste kinderen vol verwachting naar uitkeken. Op Sint Nicolaas avond werd nog maals de kast weggeschoven en traden in vol ornaat door die deur Sint Nicolaas en zwarte Piet aan, om de cadeautjes uit te delen. Wat een weelde moet dat indertijd voor die kinderen zijn geweest. Ook als de fam. la Brand op vakantie was geweest naar het buitenland, meestal het Zwarte Woud, brachten ze altijd cadeautjes mee voor de pachter, zijn vrouw en hun kinderen. Voor de aardigheid hield de fam. la Brand een ezeltje, dat zo nu en dan voor een wagentje werd gespannen en waar men mee in de omgeving reed. Kleden kloppen Aan de zijkant van de dijk, waar nu ongeveer een fontein van de Pzem is, liep vanaf de straatweg tot het huis van de postbode Malgo, een breed grintpad. Hierop waren z.g. klopstokken aangebracht, waar de stoffeerders uit Middelburg de kleden en tapijten voor hun cliënten kwamen kloppen. Omdat op dat pad geen verkeer was, leerde men daar ook wel fietsen. Na het overlijden van Jan Pieter la Brand op 20 augustus 1904, bleef zijn weduwe, P.J. la Brand-Pelle op Poelendaele wonen tot 1926. Op 17 december 1925 laat mevrouw la Brand Poelendaele veilen in 16 kavels, waaronder het herenhuis met tuinhuis en tuin, groot 6.88 are, ten overstaan van de Middel burgse notarissen J.C. Blaupot ten Cate en H.C. Ittman. Koper wordt de gemeente Middelburg, terwijl omstreeks die tijd pachter van de hofstede wordt L. Poppe, die de hofstede blijft pachten tot 1938, het jaar waarin Poelendaele wordt afgebroken, om plaats te maken voor de bouw van het kantoor van de Pzem. De pachter L.Poppe volgde zijn vader J. Poppe op, die vanaf omstreeks 1900 de hofstede pachtte van de familie la Brand. Het herenhuis wordt in die periode, na het vertrek van mevrouw la Brand, achtereenvolgens nog bewoond door de families de Pagter en Minderhout. De melkinrichting Walcheren Poelendaele werd begrensd door de Melkinrichting Walcheren of in de wandeling 'de melkfabriek' genoemd, die in 1926 werd geopend. Elke werkdag was het daar een drukte van belang van veehouders, die met paard en wagen de melk kwamen brengen en melkrijders met vrachtauto's, die de melk afhaalden op de boerderijen in Walcheren en aan de melkfabriek afleverden. Bovendien kwamen 's morgens vroeg de melkhandelaren de melk en andere zuivelproducten daar weer afhalen om die uit te venten in Middelburg en omgeving. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 15