TOESPRAAK Toespraak van de voorzitter bij de uitreiking van het boekje Kersaon uut 't siopje op 21 november 1984 aan de Commissaris der Koningin in Zeeland. Mijnheer de commissaris, Dames en heren, Het lijkt me niet de bedoeling bij deze gelegenheid een uitgebreide speech te gaan houden. Maar ik wil, met Uw goedvinden, toch graag in een paar woorden iets zeggen. Iets over de Heemkundige Kring Walcheren (HKW), haar werkgroepen en over Jan Vader. Om met de HKW te beginnen: sedert 1971, om precies te zijn 20 november 1971bestaat de HKW. Onze vereniging stelt zich ten doel: het bevorderen van de kennis van Walcheren en de bestudering van de levensgewoonten en gebruiken van de mensen, die dit gebied bewonen of bewoond hebben. Om dit doel te bereiken ontplooit onze kring verschillende aktiviteiten, zoals lezingen en excursies (zo'n 10 x per jaar), het uitgeven van publicaties en het uitgeven van een eigen periodiek, 'de Wete' genaamd (een blad dat 4x per jaar verschijnt). Dat dit alles bij Walchenaren en oud-Walchenaren aanslaat moge blijken uit het feit dat we een bloeiende vereniging met bijna 850 leden zijn! De HKW telt ook een aantal werkgroepen of commissies (1. de redactie commissie van 'de Wete', 2. de Van Wallenburg Werkgroep, 3. de Publicatie commissie Jan Vader, 4. de commissie Kleine Monumenten en 5. de Veld- namencommissie). Vooral het belang van die laatste commissie of werkgroep, die voor de veldnamen, wil ik nog eens benadrukken. Er verschenen de afgelopen jaren enige veldnamenboekjes (van Ritthem, Koudekerke, en Biggekerke en Zoutelande) en ook landelijk wordt het werk van onze nijvere veldnamenvorsers hoog aangeslagen! Maar het gaat hier vanmiddag om een andere commissie en een ander boekje. De leden van onze Commissie Publicaties Jan Vader - het is overigens de bedoeling dat deze commissie in een meer algemenere 'commissie publicaties HKW' zal worden omgezet- hebben hard gewerkt aan onze nieuwe uitgave en ze zijn hier aanwezig (onze oud-voorzitter dhr. Joustra, de dames Van Nieuwenhuyzen en Sinke-Boone en de heren Van den Driest en Sinke), evenals de illustratrice mevrouw De Looff. Zonder te overdrijven kan ik wel stellen dat onze heemkundige kring eigenlijk Jan Vader herontdekt heeft! Jan Vader werd in 1875 geboren in Meliskerke en nam later de wagenmakerij van zijn vader in Oostkapelle over. Hij was een bijzonder mens en had door de Antroposofische Beweging contact met Maria Tak van Poortvliet op Loverendale. Hier leerde hij o.m. Toorop en Mondriaan kennen. De wagenmakerij had echter niet zijn liefde en op 45-jarige leeftijd, toen het handwerk door machinale produktie vervangen werd, liquideerde hij zijn werkplaats. Na enige tijd boomkoper voor een hout handel te zijn geweest, probeerde hij onder Middelburg groente en fruit te kweken. Het werd geen succes. Evenmin zijn vestiging als huisschilder in Middelburg. Tenslotte legde hij zich toe op de bloemkwekerij en betrok in 1929 het koetshuis naast Veldzigt aan de Oude Vlissingseweg in Middelburg. Bij het bombardement in 1940 werd zijn woning verwoest en tot de bevrijding in 1944 zwierf hij met zijn gezin van woning tot woning. 18

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 20