LAAT HET DE WETE WETEN Jan Vader verdiende het brood voor zijn kroostrijk gezin met het onderhoud van stadstuinen tot aan zijn 70ste jaar. Hierna legde hij zich toe op het schrijven van herinneringen aan het oud-Walcherse buitenleven, zoals hij dat kende uit zijn jeugd. In het vastleggen van die tijd en in het doorgeven van die herinneringen aan het nageslacht werd Vader gestimuleerd door dr. P.J. Meertens, dr. P.J. Bouma en J.C. van Schagen. Dr. Tj. W.R. de Haan bood hem in het begin van de 60er jaren de mogelijkheid zijn werk in 'Neerlands Volksleven' te publiceren. Op verzoek van prof. A.J. Bernet Kempers, direkteur van het Rijksmuseum voor Volkskunde, schreef Jan Vader 'De wagenmakerij op Walcheren' en 'Een Oud-Walcherse boerderij'. In 1966 overleed Jan Vader op 90-jarige leeftijd. Een lid van de HKW schonk ons een jaar of tien geleden enkele cahiers, waarin Jan Vader zijn verhalen had geschreven. De verhalen, die wij hieruit in 'de Wete' publiceerden wekten zoveel belangstelling bij de lezers, dat besloten werd tot de uitgave van de bundel 'k gaen ik 'n stikje schrieve'. Dit werd een dusdanig succes dat daarvan dit jaar reeds de derde druk kon verschijnen. In overleg met de inmiddels overleden dr. De Haan besloot de HKW een nieuwe bundel Vaderverhalen uit te geven, waarin behalve de stukken, die reeds in het begin van de jaren 60 in 'Neerlands Volksleven' verschenen waren ook niet eerder gepubliceerd werk van Jan Vader zou kunnen worden opgenomen. Gezien het belang van de kennis over het leven en de gebruiken op Walcheren gedurende het laatste kwart van de 19e eeuw schenkt het de HKW voldoening dit boek nu te kunnen uitgeven. Zoals U kunt zien is het een geïl lustreerde uitgave van 130 bladzijden (omvattende 19 hoofdstukken) geworden, onder de titel 'Kersaon uut 't slopje' (naar de hoofdrolspeler Christiaan uit 't titelverhaal). Het doet ons bijzonder veel genoegen, mijnheer Boertien, dat wij U van middag het eerste exemplaar van deze bundel mogen aanbieden. P.W. Sijnke voorzitter HKW Over de brand bij de fa. Krapels tussen 1911 en 1913, waarover we in deze rubriek in het januarinummer 1985 van De Wete schreven, ontvingen we van ons in Amsterdam wonend lid. J. Mondeel de volgende reactie: 'Mijn vrouw en ik, toentertijd nog schoolkinderen en onwetend van eikaars bestaan, kunnen zich nog herinneren, dat de brand bij Krapels grote indruk heeft gemaakt en lange tijd onderwerp van gesprek was. Volgens mijn vrouw heeft de fabriek Achter de Houttuinen gestaan; volgens mijn herinnering aan de Penningshoeksingel bij de Lambrechtstraatje. Van de familie Krapels was en is ons niets bekend'. Bij deze reactie denk ik: 'Er zullen beslist nog wel oude(re) Middelburgers in leven zijn die over dit onderwerp wellicht nog meer weten. Wilt U reageren s.v.p.? Secr. 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 21