NOLLE-DIJKJE
Kent U het gezegde; 'Hij heeft een gebit als een oud paalhoofd'?
Een jongen op onze school kreeg de scheldnaam 'Paalhoofd' op grond van
zijn merkwaardige tandenrij.
Wie op zijn wandeling langs de Vlissingse Boulevard het Nollehoofd (1912)
ziet zal moeten toegeven dat dit ook nodig aan sanering toe is. Vooral nadat er
jaren geleden een schip dwars door heen is gevaren.
Wat U nog niet gezien heeft zijn de afgesleten stompjes van het middeleeuwse
paalhoofd dat vroeger in het verlengde van de Nolledijk recht in zee stak. Op
de laagwaterlijn zie je tussen het stortsteen de resten van het oude hoofd uit de
bodem steken. In de lengte, rechts en links, een massieve rij palen, zeven naast
elkaar, mannetje aan mannetje. Tussen die rijen de dwarsverbindingen drie
palen breed. Wat een ongelofelijk zware constructie!
Op oude gravures lijkt het wel of die vakken bovendien waren opgevuld met
grond of puin. De paalworm heeft er niet veel van overgelaten, hoewel die zijn
aanval pas na 1730 begon. Alleen deze stompjes, als een reuzengebit, en de
herinnering aan de dijkwerkers, die met hun rytmische gezang het heiblok op
deze palen lieten neerdalen.
23