ouwen ze vast en zeker nie uut ier op den Abeele, zukken jongen volk
Binnen veertien daegen bin ze weeral vort, je za 't zie! Maar meneer en
mevrouw van 't Witte Uus waren en bleven en bouwden er moeizaam aan hun
bestaan'.
Onder de hiervoor genoemde buitenplaatsen werd ook Poelwijk genoemd.
Poelwijk werd in 1852 bewoond door de Souburgse burgemeester A.J. van
Teylingen. Er bestaat nog een overblijfsel van Poelwijk, dat in 1724 werd
gebouwd. Hoewel de Abeele en de Veerseweg niets met elkaar gemeen hebben,
blijkt dat in de gevel tussen de woningen Veerseweg 26 en 28, thans nog een
gevelsteen ingemetseld is van Poelwijk. In de steen staat: I II DK Poelwijk
anno 1724. Hoe die gevelsteen in een gevel terecht gekomen is van een huis aan
de Veerseweg is niet duidelijk. Misschien is iemand van de Abeele, die de
gevelsteen in zijn bezit had, verhuisd naar de Veerseweg of liet daar zijn huis
bouwen en liet als herinnering de gevelsteen inmetselen. Was hij misschien
tuinman op Poelwijk geweest? Wellicht zal dit raadsel niet opgelost worden;
als u langs de Veerseweg komt, moet u maar eens op die gevelsteen letten.
Kijk, de haastige wandelaar, die zich op 'La Belle Vue' verpoosde, staat op,
dooft zijn pijp en spoedt zich naar Middelburg, langs het lommerijke wandel
pad, want het is al laat geworden. Hij moet Middelburg binnen zijn vóór de
Vlissingse stadspoort bij het Vlissings Wagenplein gesloten wordt.
Op het einde der 18e eeuw en vooral in de daaropvolgende Franse tijd, is de
aftakeling van vele buitenplaatsen begonnen.
Zo dichtte eens een Zeeuwse dichter:
In den verschroeiden binnenhof,
waar boos de bijen poozen,
ligt ingestort het poortje met
de spreuk in 't heraldiek gezet
versierd met stenen rozen.
De oude regels zijn verplet
in hunne tierlantijnen.
En over 't tuinpad, ruw doorkloofd,
liggen gebroken en onthoofd
mosgroene serafijnen.
De waap'nen van een oud geslacht
met namen en getallen
vizier en helm en hellebaard,
sinds eeuwen hoog hier opgebaard,
zijn eindlijk afgevallen.
Wees om 't verleden niet benard
begraven doen de dooden
de dooden hier - ons leven hoort
alleen dien Hof en Hemelpoort
vast boven zand en zoden.
12
mrt. 1985, J. Poppe