vroeger een der belangrijkste op Walcheren moet zijn geweest en daardoor de
boerderij haar eigenaardigen naam heeft gekregen, is waarschijnlijker.
De waarheid zal wel in het midden liggen. Eigenaardig is het evenwel, dat deze
boerenhoeve door de ouderen op ons eiland nog steeds 'den mooien berg'
genoemd wordt.
Het verhaal van den boer, die het niet al te best kon vinden met zijn betere
helft en die het trouwens in de huiselijke jazz-band nooit verder had kunnen
brengen dan tweede viool, is hier overbekend. Welk een zucht van verlichting
zal de beste man hebben geslaakt, toen de bazinne het tijdelijke met het
eeuwige verwisselde en hijzelf zoo rap mogelijk zijn biezen en wat dies meer zij
pakte, een ander huisje liet zetten en op het hek de veelzeggende (maar niet
precies passende) woorden schilderde: Repos Ailleurs. Als bewijs dat er overal
uitzonderingen op zijn en dat iedere boer het toch al niet zoo heel slecht had bij
zijn vrouw, geldt wel 'Bon Repos'.
Dat echter niet alleen Fransche namen voorkomen, ziet men wel in de
herinnering aan de schoonheid van Walcheren, die ligt in den naam I Am Fond
of a Country Life en in een andere Engelsche benaming 'This Place is my
Quiet Satisfaction', namen, die overigens beter zijn dan zoo heel lang! En dan
al die geleerde Latinisten Nihil Sine Labor, bij Nieuw- en St. Joosland, niet
ver van Middelburg, het eerste dorpje waar men door komt als men per auto
uit Zuid-Beveland aankomt. Verder Ben Trovata en Terra Renata, beide te
Veeere, Macte Animo, niet ver van Veere, onder het dorpje Vrouwepolder,
Fiat Voluntas Dei, onder Vlissingen, en De Gustibus non est Disputandum, bij
Serooskerke. Neen, waarlijk valt er niet over den smaak van het platteland te
twisten.
Namens zooals de Prelaat en St. Jan ten Heere, beide voorkomend tusschen
Westkapelle en Aagtekerke, wijzen wel op de gondsdienstige gezindheid der
bevolking uit dit gedeelte van het eiland, dat wij Walchrenaren 'den
Boerenhoek' noemen. Trouwens, heel deze streek is vol dergelijke namen,
zoowel op de boerderijen als in plaatsnamen, getuige Aagtekerke, St. Jans-
kerke, Mariekerke.
En zoo leeft veel interessants voort onder de namen van ons eilandje.
De eene naam omvat ironie en humor, een vreemde mengelmoes, de andere
een verzuchting, weer een andere een oprechte waarheid, en dan denken we
aan het arme manneke, dat zijn laatste duitjes, zij het in figuurlijke zin, in zijn
muurtje zag metselen en zijn hoeve dientengevolge De Laatste Stuiver
noemde.
Ook denken we aan den landbouwer, die bij de verbreeding van den
Veerschenweg een gedeelte van zijn tuin verloor en toen maar gelijk voor het
geld der schadevergoeding nieuwe steenen hakposten liet zetten, waarop in
gouden letters de filosofische spreuk prijkt: De Tijd Slijt, en waaraan de
jeunesse dorée van Veere zoo gaarne aan den achterkant zagen bijgevoegd het
rijmregeltje: En zoo raak je je rommeltje kwijt.
Tenslotte komen we nog aan een raadsel in 'Acht is Meer dan Duizend', een
hofje niet ver van Grijpskerke, waarbij de sleutel van het geheim der oplossing
in de hiaten ligt, want is acht (ing) niet meer dan duizend (gulden) waard?
Dirk Broeder
24