WALCHEREN IN In Oostkapelle wordt het hek in de kerkhofmuur geflankeerd door twee vervaarlijk uitziende zittende leeuwen. Zij fungeren als schilddragers van een wapen, bestaande uit een kerk beschenen door een Ooster zon. Het is maar goed dat ze uit steen gehouwen zijn, want dit soort katachtigen zijn niet voor de poes. Ondanks hun gevaarlijk getrok ken bovenlip weerhouden ze er de kerkgangers echter niet van het hek binnen te gaan. Boven dien zijn dergelijke leeuwen in onze omgeving niets ongewoons. Dergelijke combinaties zien we op verschillende plaatsen in Wal cheren bij ingangen van de kerk op bordessen van openbare ge bouwen en zelfs bij toegangs hekken naar boerderijen. Hoewel de meeste van deze ste nen stammen uit de 17e en 18e eeuw, komt de leeuw in de heral diek al veel eerder voor. Geen wonder dat dit dier de koning der dieren wordt genoemd. Met zijn uitmuntende eigenschappen en hoedanigheden, zoals moed, snelheid en kracht, werd hij reeds in de vroegste geschiedenis door keizers en koningen gekozen als versierend motief om hun verheven positie tot uitdrukking te brengen. De Romeinen gebruikten als symbool de adelaar, die de bliksemflitsen van Jupiter in zijn poten geklemd hield. Als tijdens de kruistochten en daarna de ridders geharnast en gehelmd gaan vechten, bedienen ze zich van een heral dische afbeelding, om toch bij medestanders herkenbaar te zijn, evenals hun horigen. In 1198 komt de leeuw in het Hollandse wapen van Graaf Dirk VII voor. Het is bekend dat de Hollandse graven hun macht naar het Zuiden uitbreidden en zich later graven van Holland en Zeeland gingen noemen. In dat licht gezien is het logisch dat het zichtbare deel van de Zeeuwse leeuw een copie is van de Hollandse. De stap naar een leeuw als schilddrager was slechts een kleine. Aanvankelijk een voorrecht van de graven, werd het gebruik van leeuwen in de heraldiek 20

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 22