FLORA OP WALCHEREN De gevlekte Aronskelk. Toen we voor de plantkundeles op school bloemen voor de leraar moesten meebrengen om te determineren, kwam ik eens met de in het wild groeiende Aronskelk aandragen. Ik praat nu uit de tijd, dat Walcheren nog niet onder het zeewater had gestaan. 'Hé, waar heb je die vandaan?' wilde de leraar weten. Ik vertelde hem ze in het kreupelhout naast het weggetje van de Grote Abeele naar het voetveer over het Kanaal door Walcheren gevonden te hebben. De leraar vertelde ons, dat daar vroeger een kloostertuin of iets dergelijks gelegen moet hebben. De kloosterlingen hadden nogal een verscheidenheid aan kruidgewassen om het leed van zieken uit hun omgeving te verzachten of de ziekte te bestrijden. Jammer genoeg heeft de inundatie van de zee op Walcheren veel verloren doen gaan, zeker zo'n tere plant als de Aronskelk is. Mijn vraag aan onze lezers(essen) is, of er nog meer plaatsen op Walcheren zijn, waar deze plant voorkwam of nu nog voorkomt, buitenom de droogge- bleven kuststrook. De salomonszegel Een andere plant, die naar ik meen, enig op Walcheren is, is de veelbloemige salomonszegel. Deze in de schaduw groeiende plant dankt zijn naam aan de lidtekens op de wortelstok, die gelijkenis moeten vertonen met het zegel van koning Salomon. De plant vertoont veel overeenkomst met het ons bekende 'lelietje van dalen'. Bij toeval vond ik dit vriendelijke plantje op enkele vierkante meters onder een meidoornstruik in een wild begroeid stuk duinterrein in het waterwingebied van Oranjezon. Op de Brabantse zandgronden komt de plant meer voor en wordt hij in de volksmond 'de zeug met biggen' genoemd. Ook nu weer mijn vraag: zijn er onder onze lezerskring mensen, die de salo monszegel ook elders op Walcheren hebben aangetroffen? In het wetenschappelijke werk over Walcheren van de hand van dr. H.A. Visscher. Uitg. van Romen te Bussum, verschenen in 1983 over natuur, land schap en geschiedenis, besteedt hij een hoofdstuk aan de levende natuur over de plantengroei in de duinstreek op Walcheren. Hij beschrijft daarin, dat aan de binnenzijde van de duinen in de opgaande bossen met een weelderige ondergroei, o.a. de gevlekte Aronskelk voorkomt. De salomonszegel wordt echter in het geheel niet genoemd: een bewijs te meer dat we deze plant voor Walcheren uniek mogen noemen. Een reden te meer om de lezers van onze heemkundige kring hierop attent te maken en te informeren. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 26