DE VELDNAMEN VAN KLEIN WERENDIJKE IN 1813 inhoudsopgave van de jaargangen 1980, 1981 en 1982 (nrs. 9,10 en 11). U had deze nog van ons tegoed. De opgave wil een handreiking zijn bij het opzoeken van bepaalde onderwerpen die in De Wete hebben gestaan. Tenslotte wil ik U erop attent maken, dat de voor woensdag 13 november a.s. aangekondigde bijeenkomst, waarin de heer Katsman over Jacob CATS zal vertellen, is verschoven naar woensdag 20 november a.s. Ik wens U veel genoegen bij het lezen van deze Wete. H. ï.i In de kaartenverzameling van het Rijksarchief in Zeeland te Middelburg bevindt zich een kaart uit 1813 van de hofstede Klein Werendijke met de bijbehorende landerijen. (Aanwinsten 1966, nr. 26). De Veldnamencommissie vernam te laat van deze kaart om er nog aandacht aan te kunnen besteden in 'De veldnamen van Biggekerke en Zoutelande', de tekst van het boek was al drukklaar (1.) Vandaar deze aparte bespreking. 1.2 Pieter Jakobusse Adriaanse, waarschijnlijk de toenmalige eigenaar van de boerderij, heeft de kaart in 1813 laten vervaardigen door 'grondmeter' J. van Bornen. Aan de rechterkant staat een opgave van het bouwland: Borderel der Zaailanden, aan de linkerkant van het weiland: Borderel der Weilanden. Van elk perceel staat de grootte in Bloois gemet en roede achter de naam. Het meeste land ligt in de onmiddellijke omgeving van de boerderij, maar een aantal percelen is verderweg gelegen. De verschillende lokaties zijn globaal aangegeven in afb. 1 met de letters A t/m J. In afb. 2 zijn enkele lokaties, A, B en D, overgenomen van de kaart en afb. 3 laat ter vergelijking de situatie vóór de herverkaveling zien. (2). De oppervlakte en Klein Werendijke was in 1813 73 gemeten, 231 roeden (gemet 0,39 ha, roede =12.96 m2), waarvan 39 gemeten en 231 roeden weiland en 34 gemeten bouwland met inbegrip van erf en bosjes. In 1914 was de oppervlakte 83 gemeten en 142!/2 roeden. Het land ligt dan nog op vier plaatsen en is weer meer dan in 1813 rond de boerderij gekonsentreerd. (3) 2.1 Eerst nu de namen uit de beide borderellen, met achtereenvolgens de grootte, de lokatie en een aanduiding of de percelering na 1813 al dan niet gewijzigd is. Het laatste houdt in dat de kaart van 1813 vergeleken is met die in het veld- namenboek, die de toestand vlak vóór de herverkaveling weergeeft. De aanduiding 'ongeveer gelijk' betekent dat de percelering wel gewijzigd is, maar niet ingrijpend, zie b.v. in afb. 2 en 3 de Achterste Stikken/de Geldhof meetjes in lokatie D. Overigens: de namen staan niet alleen in beide borderellen, maar ook op de percelen op de kaart. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 4