De Lange Weide- subrecent de Lange Weie (E 4 -F 4), dus dezelfde naam hoewel de percelering gewijzigd is. De Vier Gemeten- ook hier is de percelering veranderd, later ligt ongeveer ter plaatse de Vier Gemete (F 4, 2x). Giezels Weide- subrecent de Smid (E 4), met daarnaast de Giezels van Lou Vos (D 3-4-E 3-4, 2x) waarvan één perceel in 1813 Louwerina Brouwer heette, zie hieronder, en de Giezels van Werendieke (E 4). Overigens is de naam de Giezels nog steeds niet duidelijk te verklaren, wel lijkt de naam van 1813 op een persoonsnaam te wijzen. 3.3 Percelen zonder subrecente naam. Niet van elk perceel van vóór de herverkaveling kon bij het veldwerk een naam achterhaald worden. Bij de onderstaande percelen is dat het geval, terwijl ze blijkens de kaart in 1813 een naam hadden. Kopjesmeet- wat betreft de verklaring: misschien is de naam hetzelfde gevormd als Loefjesmeet, zie hieronder, en is het eerste deel dus een verkleining van de persoonsnaam Kop. Een tweede mogelijkheid is het woord kop op te vatten in de betekenis van keisteen. Het perceel zou dan, net als het Steentasje aan de overkant van de weg, gediend kunnen hebben voor de opslag van stenen. Jan Geldhofsmeet- ongetwijfeld genoemd naar een vroegere eigenaar/gebrui- ker. Zie ook: Jan Geldhofs Weide. Sulons Weide-één van deze drie percelen komt bij de subrecente namen wél voor: 't Land van Koenraad (C 4-D 4), de andere twee niet. Het lijkt aan nemelijk dat in de naam Sulons Weide een (verbasterde) persoonsnaam of een bijnaam schuilgaat, niet duidelijk is welke. De Vier Gemeten in Houtenburg- twee percelen waarvan er één bij de subre cente namen voorkomt: 't Achterste Laoge Weitje (D 2-3). De Duinemeet- een perceel aan de duinkant. De Blaauwpoortsche meetjes- twee percelen waarvan één later onderdeel is van de Kromme Wenden (E 3-F 3, 4x). Langemeet-een perceel dat tengevolge van het doortrekken van de weg onder Werendijke in de richting van Biggekerke verdwenen is. 3.4 Gewijzigde namen. Bij de Sulons Weide, de Vier Gemeten in Houtenburg en de Blaauwpoortsche Meetjes, die allen uit meerdere percelen bestonden, is al duidelijk geworden dat de naam van 1813 niet gelijk aan de subrecente hoeft te zijn. Een aantal percelen is van naam veranderd, behalve de al genoemde drie en het ook al ter sprake gekomen hofweitje dat eerst een bosje was, zijn het de volgende. 't Nieuwe Land agter de Boomgaard- later vanwege de vele boomstronken in de grond 't Troenkenland (E 4). De naam 't Nieuwe Land heeft doorgaans betrekking op gescheurd weiland, hier ligt echter een eerder gebruik als bos voor de hand. Het bosje ten noorden van de boerderij zou dan vóór 1813 ook deze percelen beslagen hebben. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1985 | | pagina 9