DE VLISSINGSCHE POORT
IN MIDDELBURG
bevrijding van Vlissingen functioneerde. Het moet de bedoeling van de
Duitsers zijn geweest om te verhinderen dat een geallieerde vloot de Wester-
schelde kon opstomen naar Antwerpen.
De aanvoer van de torpedo's gebeurde per schip langs het Roeiershoofd. Daar
was een kraantje dat de torpedo's op een lorrie tilde. Deze liep over een
smalspoor naar de kazematten. Omdat de hoek tussen het Roeiershoofd en het
Kettinghoofd te scherp was voor smalspoor, werd een nieuw tussenbrugje
gemaakt dat die bocht afsneed. In de kazematten liep een monorail langs de
gewelven waarlangs de torpedo's konden worden binnengebracht. Van deze
opslagplaats liep een smalspoor over het Keizershoofd naar de lanceerbunker.
Gewoon door de open lucht; dus het was beslist geen slechtweeraccomodatie.
De openingen in de bunker konden met stalen luiken worden afgesloten. Het
geheel was in een vrolijk paalhoofdmotiefje gecamoufleerd.
In de laatste weken voor de bevrijding, dus in oktober 1944, werden de eerste
Spinnetorpedo's aangevoerd. Problemen genoeg, want doordat de zeesluizen
waren gebombardeerd was het niet meer mogelijk schepen van het Kanaal
door te schutten naar de Westerschelde. De torpedo's werden dus met een
kraam op de kade van de K.M. De Schelde overgeladen op vrachtauto's, die
ze naar de kazematten moesten brengen. Door al die tegenslagen is de
Spinnebatterie dus waarschijnlijk nooit operationeel geweest.
Op de morgen van de landing op 1 november bleek de batterij te zijn
opgeblazen. Was hij bij de bombardementen en beschietingen door een
voltreffer geraakt of hadden de Duitsers hem zelf met torpedo's en al opge
blazen? Het was per slot van rekening een geheim nieuw geleid wapen dat ze
niet graag in de handen van de geallieerden zagen.
Een typisch voorbeeld hoe de Duitsers jarenlang fanatiek bezig waren geweest
en hoe uiteindelijk al die moeite voor niets was geweest.
Dicht bij de hofstede 'Poelendaele' in Middelburg (zie De Wete nr. 2 van april
1985) stond deVIissingschePoort. Deze moest in 1868 afgebroken worden voor
de aanleg van het Kanaal door Walcheren en de spoorlijn.
Mr. G.N. de Stoppelaar schrijft in 1868: 'Zij (de Vlissingsche Poort) trekt zich
als 't ware terug, om de stad, die zij twee eeuwen tot beveiliging en versiering
heeft verstrekt, de gelegenheid aan te bieden tot herstel en vermeerdering van
stoffelijke welvaart, tot aansluiting aan het grote Europese spoorwegnet,
waarvan Middelburg te lang verstoken was. Een schone toekomst is wel offers
waard. Onze stad wil zich die gaarne getroosten, tot algemeen welzijn, ook al
moet het haar velerlei opofferingen kosten. Tot die offers behoort de sloping
van het Vlissingsche Poortgebouw.
J. Poppe
38