Burgh, Oostburg, Oost-Souburg en Middelburg (2 x
Vlissingen
Deze plaats kreeg in 1315 beperkte stadsrechten, en pas in 1477 volledige.
Toen kreeg de stad n.l. de hoge jurisdictie, d.w.z. de bevoegdheid om ook
halsmisdrijven te berechten.
De stad werd pas afdoende versterkt nadat tegen het einde van de Hoekse en
Kabeljauwse twisten de Hoekse Sluizenaars er in 1485 vanuit roeiboten
ongemerkt aan land gingen, de baljuw in de kerk vermoordden, en na
plundering en brandstichting de aanzienlijkste inwoners als gijzelaars mee
namen. Aan de toen aangelegde verdedigingswerken herinnert de naam
Walstraat, terwijl de Gevangentoren op de boulevard een restant is van de toen
gebouwde Westpoort.
Het rondeel met het standbeeld van de Ruyter, de Keizerspoort daar onder en
de boulevardmuur vandaar tot de Gevangentoren zijn versterkingen van
midden 16e eeuw, terwijl uiteraard ook de overige zeemuren voor de
verdediging van de stad tegen aanvallers gediend hebben. Tegen het geweld
van stormvloeden zijn verticale wanden nooit de ideale verdediging geweest,
maar militaire overwegingen hadden hier duidelijk voorrang.
Rond de omwalling uit de Tachtigjarige Oorlog legde Napoleon nog eens een
brede gracht, waarvan de huidige Singel de buitengrens was.
Veere
Het is niet bekend wanneer Veere stadsrechten kreeg, maar het was in 1355 in
elk geval al een stad. In 1348 werd Veere als zelfstandige parochie afgescheiden
van de parochie Zanddijk, en men veronderstelt dat de stad tussen 1358 en
1368 is ommuurd.
De Campveerse Toren en de zeewerende muren tussen deze toren en de
kanaalmond en die achter de overkant van de stadshaven zijn verdedigings
werken van het einde der Middeleeuwen. De huidige gracht is van Napoleon,
maar daarbinnen zien we bij de molen ook nog een stuk gracht uit de 16e/17e
eeuw.
Arnemuiden
Deze plaats was door zijn ligging aan de mond van de natuurlijke waterloop de
Arne (in andere landen vinden we varianten op deze oer-oude waternaam) de
voorhaven van het middeleeuwse Middelburg.
Volgens een stuk van 1288 had graaf Floris V aan Arnemuiden stadsrechten
willen verlenen, maar dat is er toen niet van gekomen. Middelburg hield uit
vrees voor concurrentie zijn voorhaven genadeloos onder de duim, en de
Arnemuidenaars moesten wachten tot 1574. Ze kregen toen van Willem de
Zwijger stadsrechten als beloning voor het feit dat ze in 1572 zijn zijde kozen,
terwijl Middelburg aan de Spaanse kant bleef en door de prins moest worden
veroverd (overgave 18 febr. 1574). Willem nam nog meer strafmaatregelen
tegen het verslagen Middelburg, o.a. door zijn concurrenten Vlissingen en
Veere toe te laten tot de Staten van Zeeland, waarin van de Walcherse steden
tevoren uitsluitend Middelburg zitting had, mèt Zierikzee, Tholen, Goes en
Reimerswaal. De zittinghebbende steden noemde men 'goede steden', de
overige stadjes 'smalsteden'.
4