heurlieden officie met alle aanslaghen, ende agterdeelige saaken tegen de stad,
Zijn Hoogheijt den Erfstadhouder, Zijn Princelijke Excellentie, de Graaflijk-
heijt ende het gemene vaderland die tot mijnder kenusse zoude mogen
commen getrouwelijk aan de borgemeesters of een hunlieden aan te dienen
ende te kennen te geven ende het selve niet te laaten ende voorts al te doen ofte
laaten dat een goed poorter behoort te doen ofte laaten. Soo moet mij God
Almachtig helpen'.
Heemkunde is kennis vergaren over land en volk in de naaste omgeving. Het
produkt is toch een beetje nostalgisch denken, waaraan ook ik mij niet kan
onttrekken. Zo wil ik dan besluiten met te denken aan vroeger, toen Arne-
ntuiden nog een echt vissersplaatsje was en waar wij destijds het navolgende
lied zongen:
Thuiskomst der vissers
Wiegend op de zee te dobberen; ver van de kust
Dat is 't genot van 't vissersleven; varen is hun lust
Dobberen op de woeste baren; ver van de kust
Doet het zeemanshart niet beven; hij voelt zich gerust.
Zie ze naad'ren, bruine zeilen; haast zijn ze thuis
Na een week van eenzaam zwerven, hunkeren zij naar huis
Vader brengt de schuit naar binnen; zelf aan het roer
Bij de mast steekt een z'n hand op; wuift m'n grote broer.
Varen, varen over de wiegende baren, varen, varen over de wiegende zee.
Nu trekken zij, na 't zwerven op de baren, naar Arnemuiden, zingend en
tevree
Zij tartten storm en kampten met gevaren, maar brengen vis voor moeder mee
De zee was boos, zij waren haast bedolven in 't woelig schuim, toch minnen
zij de zee
Zij brengen uit die wilde woeste golven het daag'lijks brood voor vrouw en
kinderen mee.
Hierbij wil ik het voorlopig laten. Ik hoop U te treffen op de markt te
Arnemuiden, recht tegenover de N.H. kerk, op zaterdag 23 augustus 1986 's
morgens om 9.30 uur. Daar zal ik U mededelen hoe het te volgen programma
er uit ziet.
Vóórdat we naar huis gaan, wil de burgemeester van Arnemuiden, de edel
achtbare heer M. Markusse, ons ontvangen op het gemeentehuis.
Tot ziens in èrremuie.
J. de Klerk,
poorter van Arnemuiden
12