Noorwegen in naam gelijkgerechtigd met Denemarken, maar in werkelijkheid
werd het land vanuit Kopenhagen geregeerd. De Noorse stadstaal was sterk
verdeenst, en pas vanaf vorige eeuw is door de aktiviteit van taalhervormers
het Deense element in de Noorse taal verminderd.
Welnu, Van Goor's Deense woordenboek vermeldt 'gnave' (knagen, knabbe
len, kluiven) en 'gnaven' (nors, brommerig, stuurs, gemelijk).Het spijt me dat
noch het een, noch het ander kan onderkennen in slabberjan/gnav, en ik durf
ook niet te concluderen, dat het spel via Denemarken in Noorwegen is geko
men.
En nu zijn we bij de hamvraag: waar komt slabberjan/gnav vandaan. We
kwamen al West-Indië, Westkapelle, Noorwegen en Denemarken tegen, en dat
is nog niet alles. Van Wallenburg (8b. en 8c.) had ergens gelezen dat het spel in
de late Middeleeuwen met huurlegers uit Italië naar het noorden was gekomen,
en vermoedde dat slabberjan een verbastering van een (door hem helaas niet
genoemd) Italiaans woord was. Gesnuffel in een Italiaans woordenboek
bracht me bij ciabare babbelen, en dan is het opmerkelijk dat de Waal (3c.)
in 1871 voor slabberjan geen duidelijker vertaling wist dan 'Jan Praatgraag'.
Hij schreef o.a.: 'Nog is het hier ten platten lande een gewoon zeggen 'zijn
slabber ergens insteken', voor den mond er in te slaan. 'In het Zeeuws Woor
denboek kon ik hiervan overigens niets vinden, maar de dikke Van Dale geeft
het voor Zuid-Nederlands in de uitdrukking 'zijn slabbaris in iets slaan'.
En dan is er het verhaal van Cats (8.a.) die in 1973 schreef dat volgens speel
goedwinkelier Walraven het spel zou moeten stammen uit de Spaanse bezet
ting (d.w.z. uit de 80-jarige oorlog, toen de Spanjaarden o.a. Italiaanse huur
soldaten gebruikten! K.).
Nu is het wel opvallend, dat in enkele beschrijvingen van het spel het Spaanse
woord 'matador' en het Italiaans/Spaanse 'basta' voorkomen, woorden die
ook in onze taal burgerrecht hebben gekregen.
In het verhaal van de Navorscher (4.), dat wellicht het verste teruggaat, komen
ze beide voor, en 'matador' worden daar de 4 hoogste doppen genoemd, n.l.
vogel, hond, kat en muis. 'Basta' of 'ik pas' is daar dan de reactie van de
speler die aan de beurt is om aan zijn buurman ruil te vragen, maar dit nalaat
omdat hij al een goede dop in de hand heeft. Ook de Bree (6.) gebruikte in
1956 het woord 'matador', maar dan voor alle doppen uitgezonderd die met de
getallen 0 t/m 12. Tussen haakjes: uit de Bree's tekst blijkt dat hij het verhaal
uit de Navorscher niét kende. Interessant vanwege de verwijzing naar sol
daten- en matrozentaal is wel wat het etymologisch woordenboek van Jan de
Vries over 'basta' zegt: is uit een romaanse taal overgenomen, vgl. Ital. sp.
basta 'het is genoeg'. Het woord komt reeds bij Bredero voor, in Duitsland
sedert de Dertigjarige oorlog, dus misschien uit de soldatentaal. Anderen
denken aan een matrozenwoord, dat van de Portugezen uit Indië zou zijn
overgenomen
Het zou echter voorbarig zijn om op grond van het voorgaande te veronder
stellen dat slabberjan dan wel uit het gebied van de Middellandse Zee zal
stammen, want ook het Noors kent een op slabber gelijkend woord voor 'bab
belen', n.l. 'sladre'. En natuurlijk kun je je afvragen of het spel in vergelijking
6