biz. 130: 'De namen op -inge kan ik nog niet chronologisch plaatsen'. Dr.
C. Dekker schrijft evenwel op blz. 33 van zijn bekende proefschrift 'Zuid-
Beveland' in voetnoot 40: 'Over de betekenis en de ouderdom van de
namen op -inge heerst nog onzekerheid. Dr. M. Gysseling schreef ons dat
de namen op -inge in algemene regel ontstaan zijn tussen de 5e en de 10e
eeuw'. Dit zou dus aardig overeenkomen met de -heemnamen. Het is bijge
volg goed denkbaar dat -inge vaak -inghem is geweest en inderdaad worden
in het etymologisch woordenboek (Aula-pocket) van Jan de Vries vele -inge
namen aldus verklaard.
4. Voor de betekenis van -inghem heb ik gezocht in de 2e editie van de Alge
mene Geschiedenis der Nederlanden en wel in deel 1 dat ongeveer tot het
jaar 1000 loopt. Van belang zijn hier op blz. 143 e.v. het hoofdstuk
'Hoofdlijnen van de bewoningsgeschiedenis' door prof.dr. D.P. Blok en
op blz. 153 e.v. 'De agrarische nederzettingen' door prof. dr. A. Verhulst
en prof. Blok. Ik lees dan op blz. 149: 'een bruikbaar gidsfossiel voor het
vaststellen van vroegmiddeleeuwse bewoning is het element -heem, dat een
woonplaats aanduidt en waarvan de produktiviteit beperkt bleef tot de ons
interesserende periode van de 6e tot de 10e eeuw. Waar men een naam op
-heem (afgesleten tot -em of -um en, in combinatie met -ing, afgesleten tot
-ekum, -ekom, -ichem, -egem enzovoort) aantreft, mag men dus een neder
zetting in die periode veronderstellen'.
Het andere hoofdstuk gaat o.a. over oude namen van akkers en neder
zettingen, en ik geef weer enkele citaten:
blz. 157:
de naam van de familieclan, eindigend op -inga, die de nederzetting in
haar bezit had of beheerste',
blz. 159:
tamelijk veel nederzettingen op -inga, die in combinatie met een
akkernaam in de gebruikte 9de-eeuwse teksten voorkomen,
blz. 161:
Aan de instabiliteit (n.l. van akkers en nederzettingen. K.) is een einde ge
komen tijdens de eerste eeuwen van de middeleeuwen, wellicht met enige ver
schillen per streek naar gelang van de vorderingen van ontginningen en land
bouw. Deze stabilisering weerspiegelt zich behalve in de evolutie van de woor
denschat betreffende het agrarisch leven sinds de Lex Salica, vooral in de
plaatsnaamgeving, bijvoorbeeld in de opkomst van het grondwoord -haim of
-hem dat een vaste en blijvende woonplaats aanduidt in tegenstelling tot het
grondwoord -sali dat een tijdelijke woonplaats, meestal vooruitgeschoven in
het natuurlandschap aanduidt, hetgeen verklaart waarom zovele vroegmiddel
eeuwse namen op -zele verdwenen zijn en niet meer lokaliseerbaar. De ver
schijning van akkernamen samengesteld met de naam van de nederzetting,
zelfs indien deze laatste via het suffix -inga (zonder -haim) nog eerder naar de
heersende familieclan dan naar de nederzetting zelf verwijst, duidt eveneens op
stabilisering'.
5. Dat -inge(n) zou duiden op ligging aan stromend water ben ik noch hier,
noch elders in de vaklitteratuur tegengekomen (b.v. ook niet in Encyclope
die van Zeeland onder 'Namen') en alles overziende meen ik dat de moge
lijkheid geheel overeind blijft dat zowel Vlissegem als Vlissingen teruggaan
tot een 'familieclan-heemnaam' Vlissingehem of iets dergelijks. Tot slot
vermeld ik hier nog de mededeling in de Aula-pocket van de Vries dat de
oudste vermelding van Vlissegem 'Fleskenghem' was, en wel in 988.
Aug. 1986
4