do.23 Dec. 1566, blijkende uit de conditiën dier verkooping dat daartoe be
hoorden 1/3 der tienden van het Oost-,West- en Zuidleen, terwijl een ander
1/3 deel aan den abt van Middelburg en nog een ander 1/3 deel aan de pas
torie van Koudekerke competeerden, welke laatste deelen, ten gevolge der
confiscatien van de Geestelijke goederen, in 1574, eerst blokken t.w.
vrucht of korentienden
het Zuidleen verdeeld in 7 hoeken t.w.
sub No 128 de Langehoek
sub No 129 de Boehoek
sub No 130 de Koekhoek
sub No 131 de Kievitshoek
sub No 132 de Broedershoek
sub No 133 de Westmolenhoek
sub No 134 de Baggershoek
het Westleen verdeeld in 5 hoeken t.w.
sub No. 135 de Dijkshoekse tienden
sub No. 136 de Caljouwshoek
sub No. 137 de Langehoek
sub No. 138 de Sprink
sub No. 139 de Margriet
het Oostleen verdeeld in 5 hoeken t.w.
Leenderts hoek
sub No 140 de eerste hoek
Krijn Huismans blok
sub No 141 de tweede hoek
sub No 142 de henideken
sub No 143 de Oostmolenhoek
sub No 144 het St. Anth. hoekje
Vlas en lammertienden
sub No 145 van het Zuidleen
sub No 146 van het Westleen
sub No 147 van het Oostleen.
alles met de bijvoeging dat aan de stad Vlissingen 1/3 gedeelte in de boven
genoemde blokken competeert,
b. van de Stad Vlissingen of Pieter Roose's tiende.
Al wat ik daaromtrent tot heden heb kunnen ontdekken bepaalt zich hier
toe dat in het begin der 17e eeuw zekere Pieter Cornelis Roose, burge
meester of lid der regering van Vlissingen in eigendom bezat 12 gemeten
tienden in Koudekerke welke wegens verzuim van verhef in 1603 of 1604,
vanwege het provinciaal domein in het openbaar zijn verkocht en wel aan
de Stad Vlissingen en daarop successivelijk zijn verlijd of getransporteerd
als volgt:
op 26 Mei 1605 ten name van Engel Leunis,
op 9 Mei 1631 ten name van Johanna Ingels,
op 4 Mei 1690 ten name van Constantina Cau,
op 24 Mei 1693 ten name van Johanna Bisschop,
op 6 Mei 1694 ten name van Catharina Johanna Bisschop.
Na dien tijd heeft geen verhef meer plaats gehad. Niettemin blijkt uit de
7