JEUGDHERINNERING
door H. v. Langevelde
Geboren op 'Westhove', woonde ik vanaf 1905 in Schellach op een hofsteedje, 'Klein-
Schellach', naast het oude kerkhof. Het komt voor op de prent 'Schellagh' in de Kro
niek van Smallegange. Er was een kort baantje naar de Tintelweg (nu Golsteinse weg),
die na de brug over de watergang langs een boerderijtje van Abrahamse en Geerse
(later Harpe) kronkelend uitkwam bij de hofstee van Marien de Kroo aan de Veerse
weg.
1 mei 1909 (ik was toen ruim zes jaar) moest ik naar Veere, naar school in de Kapelle-
straat. De school aan de Noordweg te Sint-Laurens (dichterbij) bestond nog niet. Dat
was korter geweest. Half acht op stap met je boterhammen, griffelkoker, sponsedoos,
neusdoek (niet vergeten!) en misschien een snoepje. Op de Veerse weg was ik niet meer
alleen. Het groepje werd gaandeweg groter. Er gingen er meer de kant van Veere uit,
over Zandijk met de winkeltjes van Ko Gilde en Kees Kasse.
Een grote jongen moest voor een dubbeltje per week een beetje op me passen. Maar dat
ging gauw over, want die 'beschermer' kreeg nogal eens 'op z'n mieter', en dan werd ik
daar ook bij betrokken.
In de winter stond de Tintelweg bij plaatsen blank (dat noemden we dan 'den onder-
wegt') en dan moest ik door de wei van Marien de Kroo langs het plankje over de
'sprienke' langs de 'Schellachse Dreve' naar "t Uusje ten 'Alve (Café 'Huis ten Halve')
van Bram Caljouw aan de Veerse weg. Dat was nog gemeente Sint Laurens! Moeder
bracht me soms wel een eind weg.
Ik ging op school bij meester De Wolf. En de boterham werd opgegeten in het
'Ermuus' (Armhuis) bij de 'Ouwe Debra' (Debora Kosten: Eén dubbeltje per week.
's Winters rond de kachel. Er stond een 'tuitimmer' met regenwater en een pint om je
hap weg te spoelen.
Dan zwermden we Veere in, speelden op het 'Zand'oekje' of bij de 'Stenen Beer', vul
den onze boterhamzakjes bij de vissers aan de kaai met 'gornet', die door de 'zifte'
gevallen was, zodat heel de school er naar stonk, visten naar krabben met een halve
mossel aan een touwtje op de steiger aan het kanaal, keken met grote ogen naar de
zwemmers bij de Kampveerse Toren (w.o. Wim Vaarzon Morel, die toen op 'De Ouwe
Werf' woonde), plaagden kunstschilders of er werd gevochten met de andere school.
Bok stavast, petjebal, ruiter te paard, priktol, hoepelen (allemaal achter elkaar door
Veere), kuutje slok, koegele, tikkertje rond blokje, waren geliefde spelletjes.
Nog even die eerste schooldag. 1 mei 1909. Juliana geboren. Oranje aanplakbiljetten.
Vlaggen en in de Grote Kerk tractaties, beschuit met muisjes en een man die met bor
den en messen gooide. En 't ging altijd goed! Goochelen! En wij daarbij met open
mond. Wat een feest!
In 'Veere in oude ansichten', dl.II, kun je op plaatje 52 m'n jeugdportret nog zien.
Met Ko Maas ('ie kan z'n 'oepel nie baas' zongen we, want die was nogal groot), hou ik
het leitje vast met de datum: 5 sept. 1910.
Op weg naar huis hadden we wat meer tijd. We konden ook wel eens meerijden met
veearts Kraamer in zijn auto. Maar klompen uit en die in je handen. De chauffeur
Groenenberg zat buiten, achter het stuur, voor de kou soms met een bontcape. En dat
koper van die auto blonk zo! Soms kropen we op de 'ellewagen' van Castel, die met de
manden 'gornet' naar M'burg of Vlissingen reed. Maar je moest wel oppassen, want de
deksels van die grote manden waren vers gemerkt met witte verf.
16