ROZEM ARIJNT JE door K. Kareis Mei 1987 Vóór de 19e eeuw was de volksmond de voornaamste straatnaamgever, maar de in de loop van die eeuw op gang komende bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande woningbouw en straataanleg dwongen de gemeentelijke overheden deze naamgeving zelf ter hand te nemen. Voor de huisnummering was dit nog niet direct nodig, want men had, naar ik meen soms al vanaf de 18e eeuw, het gemeentelijk grondgebied in met letters aangeduide wijken verdeeld, en binnen elke wijk werden de gebouwen doorlopend genummerd. Wie bijv. in Middelburg op C 14 woonde kon aan zijn adres 'Markt' toevoegen, maar nodig was dit niet. Men werkte met complete blokken en niet met complete straten, zodat in één straat meerdere wijkletters konden voor komen: zo viel de Middelburgse Markt onder C, I, K en L. In de loop van de 20e eeuw werd praktisch overal de nummering per wijk vervangen door nummering per straat, en in diverse gemeenten gebeurde dit pas na de 2e wereldoorlog. Het bleek handig om bijeenliggende nieuwe straten gelijksoortige namen te geven, en zo hebben we in ons land thans duizenden bloemenbuurten, magistratenwijken, Oranjehuisbuurten, zeeheldenwijken en noem ze maar op. Vooral in de grote steden moet de overheid diep in haar inventiviteit tasten om voor de vele nieuwe wijken telkens weer nieuwe namen-bronnen aan te boren. Niet altijd heeft men dan in de uitwerking ervan een even gelukkige hand: ik denk bijv. aan Middelburg met zijn drie-dubbele magistraten-namen. Ook had men in onze hoofdstad de originele gedachte om aan de oude groep Seisdam- Seisstraat-Seisplein-Seisbolwerk-Seissingel-Seisweg nog een naoorlogs verleng stuk te plakken met Seislaan, Seisdwarsweg en Seispad. Ambtelijke grapjes lijken er evenmin te ontbreken: in de Stromenwijk zien we bijv. de parallelle Oosterschelde- en Westerscheldestraten, en daarvan ligt de eerste westelijk en de laatste oostelijk! Bloemen hebben al lang inspirerend op de gemeentelijke naamgevers gewerkt, en dit ook op Walcheren: Vlissingen had al in de le wereldoorlog zijn Tuin dorp met bloemennamen, en wat later schiep Middelburg in 'Nieuw Middel burg' een welriekend geheel van Meidoornlaan, Leliestraat, Jasmijnstraat en Rozenstraat. En nu kom ik aan het onderwerp van dit verhaal, want los van alle bloemen- en heesterwij ken zien we in Nederlandse en Belgische oude stads en dorpscentra een flinke hoeveelheid Rozemarijnstraten en -stegen, en Walcheren is daarin vertegenwoordigd met de Middelburgse Rozemarijn straat. Volgens flora, woordenboek en encyclopedie is de rozemarijn of rosmarijn (letterlijk: zeedauw) een altijdgroene, 1 tot 2 meter hoge heester, welriekend, met blauwe lipbloemtrossen, die langs de kusten van de Middellandse Zee op rotsachtige zonnige hellingen groeit. Er wordt olie en zalf van gemaakt, het is een keukenkruid, en ze werd gebruikt als volksgeneesmiddel, en als symbolieke versiering bij plechtigheden. Ik heb gezocht naar de oorsprong van de straatnaam, en vond een spoor in de 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1987 | | pagina 4