Al met al vond ik in Nederland oude Rozemarijnstraten en -stegen in Amers foort (-steeg), Amsterdam (-steeg), Arnhem (-steeg), Bergen op Zoom, Breda, Brielle, Elburg (-steeg), Goes, Den Haag, Haarlem (-steeg), 's-Hertogenbosch, Middelburg, Nijmegen (-gas), Philippine, Poortvliet, Willemstad, IJzendijke, Zaamslag, Zierikzee en Zwolle. Onzeker ben ik over de ligging van de Rozemarijnstraten in Boxtel, Eindhoven, Harlingen, Schimmert, Steenbergen en Voorst, en kennelijk uit de 20e eeuw zijn ze in Arnhem, Dordrecht, Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Venlo, al kan er daar natuurlijk wel eens een genoemd zijn naar een verdwenen straatje. Tenslotte vond ik in België zonder zoeken bestaande of verdwenen Rozemarijnstraatjes in Antwerpen, Gent, Brugge en Diksmuiden, terwijl een vestingtoren in Kortrijk de Roze- marijntorre werd genoemd. De in Bergen op Zoom gesignaleerde ligging bij de oude stadswal trof ik ook aan in Middelburg, Goes en Breda, en in Brugge gaat het om een doodlopend straatje achter de Grote Markt. Het door Stemvert vermelde doodlopen op de wal geldt eveneens voor Middelburg, waar de Rozemarijnstraat aanvankelijk doodliep op de 13e-eeuwse wal ter plaatse van de huidige Zuidsingel. Dat publieke vrouwen graag klanten zoeken in per definitie vrouwloze gemeen schappen van militairen lijkt te worden onderstreept door Rozemarijnstraten in enkele (na de middeleeuwen) als vesting gestichte plaatsen, nl. Philippine, Willemstad en IJzendijke. Van Willemstad trof me de beschrijving van de Rozemarijnstraat in de VVV-gids: 'Een pittoresk straatje met oude 'soldaten- hutten' uit het begin van de 17e eeuw.' Opvallend is de Rozemarijnstraat in 17e-eeuwse Zaamslag. Mogelijk speelt hier een rol dat het eiland Axel na de op de oorlogsinundaties van de 80-jarige oorlog volgende herbedijking werd herbevolkt vanuit Walcheren, waarbij de immigranten kennelijk straatnamen meebrachten, zoals Oud-Vlissingen in Hoek, en Korte Delft en Koepoortstraat in Zaamslag. In Middelburg zijn o.a. Spanjaardstraat, Geere en Wijngaardstraat als prosti- tutiestraten aangewezen geweest, en ook die lagen bij de stadswal. Het lijkt voor de hand liggend dat behalve d.m.v. de rozemarijn nog meer oude straat namen verwijzen naar het oudste beroep ter wereld. Muller heeft hierover in 1919 geschreven, en uit zijn verhaal pak ik 3 namen. De eerste is Vogelenzang, een naam die past in de natuur-lyriek die zich vanaf de 13e eeuw in de naam geving openbaart, en die ook veel namen heeft laten aanvangen met Bloemen-, Rozen- en Schoon(en). (Stol p. 209). Vogelenzang nu vinden we tientallen keren als aanduiding van terreinen en huizen, en ook wel plaatsen. Nu zegt Muller (p. 149) dat eind 15e eeuw de lichte vrouwen in Gouda alleen mochten wonen op de noordzijde van de nieuwe haven en in de Vogelenzang, beide aan de buitenzoom van de stad, en hij vraagt zich elders af of 'vogelen' hier geen woordspeling met obscene betekenis is. In Middelburg heeft de Sint-Antheu- nisstraat van de Lange Noordstraat naar de Penninghoeksingel vroeger ook Vogelenzang geheten (Stol p. 209). Ze liep oorspronkelijk dood op de stadswal en zou dus qua ligging een prositutiestraatje kunnen geweest zijn. Echter is ook vernoeming naar het hoekhuis in de Lange Noordstraat denkbaar. Tenslotte kunnen beide benamingen teruggaan op het open terrein dat door het straatje werd ontsloten, en dat door de omwalling van midden 13e eeuw binnen de stad was gekomen. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1987 | | pagina 7