rechtlijnige stijl van die tijd. Vandaag de dag zouden we zeggen dat de architect elke keer dezelfde lade heeft opengetrokken. In Walcheren zijn deze kerken gebouwd toen na de schermutselingen rond de bevrijding van Middelburg, in 1572, veel middeleeuwse parochiekerken grondig waren verwoest. In Zeeuws-Vlaanderen zijn ze gebouwd in de nieuwe dorpen, die ontstonden na de inpolderingen en/of in de nieuwe vestingen. Het hoofdplan van deze kerken is net de vorm van een schuur met veel ruimte tussen de muren en midden op het dak, heel functioneel, een opengewerkt klokketorentje. De afmetingen en verhoudingen waren uiterst geraffineerd en afgewogen; niet zo vreemd voor een tijd waarin men de gulden snede als het toppunt van schoonheid beschouwde. Ook bij deze kerken mag men dus met recht over 'bouwkunst' spreken. Of het nu een gotische kerk is, of zo'n bescheiden renaissance-zadeldakje: voor beide is evenveel bewondering op te brengen. De kerk op de tekening is die van Koudekerke. Het zal de oplettende kijker niet ontgaan, dat het kerkhofmuurtje en toegangshek er nu in werkelijkheid niet staan. De tekening is dan ook destijds eens gemaakt op verzoek van de heer J. Roose jr. uit Koudekerke, die initiatieven heeft ontplooid om rond het voormalig kerkhof weer, net als vroeger, een muurtje aan te brengen. Op deze tekening is overigens duidelijk te zien, dat dit een positieve bijdrage zou geven aan de verhoudingen tussen kerk en omgeving. Duidelijk is ook te zien, dat de gepleisterde en witgeschilderde consistorie in feite in wanverhou ding staat ten opzichte van de kerk. En toch is deze aanbouw ontworpen in het begin van de 20e eeuw volgens de in die tijd algemeen levende schoonheids idealen! Maar dat niet iedereen daar gelukkig mee was, blijkt uit het volgende fragment uit de rubriek 'Momenten voor kleine monumenten', dat al eerder gepubliceerd werd in De Wete, nr 1, van januari 1984. Het nu volgend gedeelte verscheen op 21 september 1912 in het Bouwkundig Weekblad, het orgaan van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst: 'Consistoriekamer te Koudekerke. Men bericht ons van welingelichte zijde: Verleden jaar werd te Koude kerke een nieuwe consistoriekamer gebouwd. Men wilde nu eens iets bij zonder moois hebben. Ook wilde men in den stijl blijven van het aan grenzende kerkgebouw en een der te Koudekerke woonachtige timmer lieden werd dienovereenkomstig de nodige instructiën gegeven. De teeke- ning verscheen; zij oogstte veel bijval, en toen zij was uitgevoerd, was het resultaat inderdaad verrassend! Tegen de grauw gecementeerde dorpskerk verhief zich thans een waar paleisje! Het geheel was prachtig wit geschilderd, de pilasters blauw. Elegante pinakels en een rijk geprofileerde kroonlijst met balustrade geven aan het geheel een bijzonder cachet. Zoowaar Gotische ramen, weliswaar voorzien van houten 'traceerwerk', doch daarentegen voorzien van het heerlijk gekleurd geel, groen en rood glas, wierpen licht in de ver trekken van dit kostelijk gebouwtje. De dorpsbevolking, niet in het minst het kerkbestuur, was opgetogen! Nu wil men te Biggekerke, het aangrenzende dorp, óók zoo'n paleisje 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 30