Een paar van die boeken zijn: Monto Christo (Dumas) De verborgenheden van Parijs (Sue) Helena of de gedenkschriften van eene diepgevallene vrouw (De Vries) Maria Monk, de zwarte non Spookgeschiedenissen Vlak na de boekenlijst, die in het boek van Coronel uitgebreider is dan de hierboven genoemde, wordt gesteld dat de Engelse schrijvers niet in trek waren omdat ze te langdradig zouden zijn en te veel inleiden alvorens tot actie over te gaan (Het zal je maar gezegd worden, Dickens!). De Nederlandse schrijvers werden niet gelezen omdat die te vaak het dagelijkse leven beschreven en dat kon 'hunne phantasie niet genoegzaam prikkelen' (blz. 228). 'Moord, roof, brand en schrikkelijke gebeurtenissen boeijen hen het meest. Losbandige toneelen, de mystères der hoogste standen is hunne geliefkoosde lectuur. Als we de karakters nu beschouwen, in die werken geschetst, waaraan zich onze mindere klasse spiegelt en waaruit ze voedsel put, wat kan men dan van hunne beschaving, van hunne levensgedragingen verwachten? En, wat het ergste van alles is: kinderen van 10-14 jaar moeten de ouders - welke in den regel niet lezen kunnen - zulke boeken voorlezen; en dat gene het gelezene begrijpen, ontwaarde ik nog onlangs van een kind, dat mij zulk ontzettend verhaal met de levendigste kleuren en gebarentaal wedergaf, met eene nauw keurigheid, die genoegzaam bewees hoe diep de indruk was, dien het gelezene op dat kind gemaakt had' (blz. 228). Stel nu eens dat Coronel uit 1859 zou kunnen kijken in het Middelburg van 1988. Hij zou misschien gaan vergelijken. Wat zou hij zeggen van de goedkope damesromannetjes, waar de vrouw zich volgens de reclame zo nodig op moet trakteren als ze zich verwennen wil? de goed verkopende roddelbladen? de vele streekromans met hun goede afloop? de vele misdaadromans? Ik durf de televisie met zijn films en series hier nauwelijks te noemen, hoewel er voor mij een duidelijke parallel ligt tussen wat men graag leest en wat men graag ziet via de 'teevee'. Misschien zou Coronel een duidelijke overeenkomst zien tussen de volkslectuur van toen en die van nu, wat onderwerpen betreft. Wellicht zou hij een verschil zien wat de lezer aangaat: de belangstelling voor de eerde beschreven onderwerpen geldt nu voor het breedst mogelijke publiek, waarvan ik ook deel uitmaak met de detectieve- en spionageromans die ik graag lees. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 32