deren te laten ontbreken aan het noodige onderwijzend personeel'. Hij meent
dat het nog wel even zal duren eer de bijzondere school gebouwd en bruikbaar
zal zijn en dat het geld dat de gemeente besteedt aan de openbare school, niet
de vruchten draagt, die met een geringe meeruitgave verkregen zouden worden
en dat de tweede onderwijzer weer ontslagen zou kunnen worden als het aantal
leerlingen later aanzienlijk terug zou lopen. Hij is van mening dat de voorge
nomen stichting van een bijzondere school geen reden kan zijn om af te zien
van de aanstelling van een tweede onderwijzer aan de openbare school en hij
verzoekt B&W bovenstaande ter nadere overweging aan de raad aan te
bevelen.
De raad is echter niet op zijn besluit teruggekomen en er is geen tweede
onderwijzer benoemd. Wel is doorgegaan het besluit van 28 augustus om per 1
november de jaarwedde van het hoofd te stellen op 800,
Het aantal leerlingen over het jaar 1880 is als volgt:
15januari 32jongens 34meisjes
15 april 32 jongens 34 meisjes
15 juli 35 jongens 38 meisjes
15 oktober 36 jongens 37 meisjes
Gemiddeld 30 kinderen ontvangen kosteloos onderwijs. Het schoolgeld be
draagt voor de laagste klasse ƒ0,40, voor de middelste klasse 0,60 en voor de
hoogste klasse 0,80 per maand.
Op 15 januari 1870 waren er 41 jongens en 13 meisjes op school en in 1871, na
de benoeming van het nieuwe schoolhoofd, 52 jongens en 20 meisjes.
Op 12 september 1879 worden in aanwezigheid van B&W 24 getuigschriften
uitgereikt en 5 spaarbankboekjes a 2,50.
Ouders en leerlingen stellen veel prijs op deze uitreiking en B&W menen dat dit
een goede invloed heeft op het schoolbezoek (in het bijzonder van meisjes
dus).
In 1874 verbood de kinderwet van Van Houten kinderarbeid beneden twaalf
jaar, maar daarvan waren huishoudelijke diensten en landbouw uitgesloten.
Kappeijne van de Copello vond voor invoering van de leerplicht de tijd nog
niet rijp; die werd pas ingevoerd in 1901Wel werden ouders, die hun kind niet
naar school stuurden, uitgezonderd van de armenzorg. Of dit ook is gebeurd
in Aagtekerke, is moeilijk na te gaan, wel werden ook hier pogingen gedaan
het schoolbezoek te bevorderen. Heeft de wet van 1878 niet de financiële ge
lijkstelling gebracht tussen openbaar en bijzonder onderwijs, invloed op het
onderwijs en het schoolbezoek is er zeker geweest.
Schoolstrijd in Aagtekerke
Dan komt op 3 mei 1879 in de kerkeraad voor de Hervormde Kerk onder
leiding van ds. C.C. Schot voor het eerst aan de orde het stichten van een
diaconieschool. Op 30 september 1880 wordt met algemene stemmen besloten
tot oprichting en bouw van deze school.
Op 28 april 1881 wordt er een hoofd benoemd. Op 1 mei wordt de Hervormde
Diaconieschool officieel geopend en het onderwijs begint op 15 juni.
Op 1 januari 1882 is het aantal leerlingen op deze bijzondere school 52 en op
de openbare school zitten dan 40 leerlingen.
34