In September 1882 wordt het hoofd van de openbare school, J.P. van Kamer, ernstig ziek. Er komt niet onmiddellijk een waarnemer. Dat gebeurt pas op 20 november. De school is zolang gesloten. Het aantal leerlingen loopt met zes terug. Als waarnemer treedt op Willen van Sighem Jzn. uit Westkapelle, destijds zonder betrekking, voor 50,per maand. De heer Van Kamer overlijdt op 22 maart 1883 en op 24 mei komt er een advertentie, o.a. in de Middelburgsche Courant, waarin een nieuw school hoofd wordt gevraagd, op een jaarwedde van 800,met vrije bewoning van een doelmatig huis met tuin. De sollicitaties moeten binnen zijn voor 10 juni. W. van Sighem vraagt per 1 juni eervol ontslag. 'Mijne zaken laten eene dagelijksche afwezigheid niet langer toe, te meer wijl de belooning niet van dien aard is, dat ze voldoende en billijk genoemd kan worden, voornamelijk gedurende de laatste twee maanden. Maandag hoop ik nog te komen om het de jeugd mede te delen en afscheid te nemen'. De school wordt opnieuw gesloten en wel per 4 juni. Door bemiddeling van de schoolopziener in het arrondissement Middelburg, de heer D.G. van Thijlin- gen, gelukt het per 7 juli een nieuwe waarnemer te vinden, n.I. Jacob Holt- huyzen. Hij is onderwijzer aan een openbare school te Vlissingen en is bereid gedurende zijn vakantie waar te nemen en misschien wel tot 1 september, 'vermits zijn schoollokaal wordt verbouwd'. Hij vraagt een vergoeding van 50,per maand. Er hebben zich negen sollicitanten gemeld voor hoofd, onder wie Jacobus van den Ende uit Groede. Deze sollicitant, geboren 2 juni 1855, was als hulponder wijzer reeds werkzaam te Zierikzee, Dreischor, Oost- en West-Souburg, heeft de akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer, 'gedrag en dienstijver en praktische geschikheid gunstig, legt wel bij zijn onderwijs wat weinig levendig heid en voortvarendheid aan den dag'. Het vergelijkend examen zal afgenomen worden op zaterdag 30 juni om half tien. Dit gaat echter niet door. Op 16 juli richten 30 inwoners van Aagtekerke zich in een schrijven tot het gemeentebestuur en menen dat een vergelijkend examen niet nodig is, 'aangezien toch bijna alle kinderen de diaconieschool bezoeken en de benoe ming van een hoofd der openbare school een noodelooze en drukkende last op de gemeente zou leggen'. Diezelfde dag nog verzoeken de gemeenteraadsleden P. de Visser, W. Dekker en P.J. Arends om een raadsvergadering te beleggen op 17 juli, 7 uur, 'om te handelen over het ingekomen stuk van de ingezetenen der gemeente'. Die raadsvergadering vindt plaats en de raad besluit op dezelfde gronden als van de 30 ingezetenen, de school te sluiten en vraagt uitstel van het vergelij kend examen tot dat GS het raadsbesluit al of niet hebben goedgekeurd. GS keuren dit raadsbesluit niet goed, 'omdat 29 oktober 1880 is besloten het aantal openbare scholen in de gemeente te bepalen op een. Als de school gesloten zou worden, zou er in deze gemeente geen gelegenheid bestaan tot ontvangen van openbaar lager onderwijs, dat echter volgens artikel 19 der Grondwet en artikel 16 der wet van 27 augustus 1878 in elke gemeente moet worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienstige gezindheid toegankelijk zijn' (20 juli 1883). Het vergelijkend examen vindt plaats op 28 juli en als eerste op de voordracht 35

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 41