Wat allereerst opvalt, is dat er gedurende die honderd jaar maar vier hoofdon
derwijzers werkzaam zijn geweest. Men was nogal honkvast of liever gezegd
schoolvast en men veranderde niet gauw van betrekking.
Het hoofd vervulde naast het onderwijzer-zijn meerdere funkties, zoals koster,
voorlezer, voorzanger, klokluider en steller, kerkelijk ontvanger en ontvanger
van het armbestuur. Dit heeft geduurd tot 1876, het schoolhoofd Van Kamer
was alleen maar hoofd der school.
In dezelfde tijd vindt de financiële scheiding plaats tussen kerk en gemeente
wat betreft de zorgen voor de armen en het openbaar onderwijs, zich uitend in
de problemen bij de financiering van de bouw van de nieuwe school.
Wat ook opvalt is dat de onderwijzers herhaaldelijk klagen over te weinig
salaris, zowel wat betreft het onderwijs als hun kerkelijke funkties. Daaraan
komt pas een einde als de hoogte van het onderwijzerssalaris wettelijk wordt
vastgesteld.
Tot ongeveer 1880 volgden aanmerkelijk meer jongens dan meisjes onderwijs.
Hoewel er ook toen nog geen leerplicht was, hebben verschillende maatregelen
positieve invloed gehad op het schoolbezoek. We noemen uitreiking van
getuigschriften en spaarbankboekjes en zeer waarschijnlijk onthouding van
armenzorg bij geen schoolbezoek.
Tot slot: er heeft ook in Aagtekerke een schoolstrijd gewoed. Er zijn bezwaren
tegen de bestaande 'neutrale' school en men komt tot oprichting van een
Hervormde Diaconieschool. Het onthouden van geld en het uitoefenen van
pressie zijn echter opmerkelijke middelen in deze strijd. 'Hogere' bestuurs
organen trachtten de afbraak van het openbaar onderwijs tegen te gaan.
Ik wil niet beweren dat honderd jaar openbaar onderwijs in Aagtekerke
exemplarisch is voor geheel Nederland, zelfs niet voor Zeeland of Walcheren.
Toch is het wel zeker dat ook in andere plaatsen in die honderd jaren in het
onderwijs veel is gebeurd en veel is veranderd. Het lijkt mij de moeite waard
na te gaan welke veranderingen er plaats hebben gevonden in andere dorpen
op Walcheren. Het zou kunnen zijn dat datgene wat zich heeft afgespeeld in
die honderd jaren in Aagtekerke, minder uitzonderlijk is geweest dan op het
eerste gezicht lijkt. Alleen al daardoor krijgt de lokale geschiedenis, in dit
geval wat betreft Aagtekerke, een waarde die uitstijgt boven het puur
plaatselijke. Lokale geschiedenis behoort geplaatst te kunnen worden binnen
een kader van nationale geschiedenis, tegelijk krijgt die nationale geschiedenis
geen vorm en inhoud zonder lokale geschiedenis.
Ik hoop dat 'Honderd jaar openbaar onderwijs in Aagtekerke' daaraan een
klein beetje heeft bijgedragen.
Ik dank mevrouw drs. C. Visser en de heer J.J. Ham, onderwijskundigen,
voor het kritisch doorlezen van dit artikel en voor hun op- en aanmerkingen.
Geraadpleegde bronnen
Toezicht op het lager onderwijs in Zeeland, Rijksarchief in Zeeland
Actaboeken kerkeraad Aagtekerke, 19e eeuw, Rijksarchief in Zeeland
Archief voormalige gemeente Aagtekerke, Meliskerke
38