eiland Tholen aan; daarna trekken ze naar Zuid-Beveland. De koning voelde zich zeer betrokken bij deze aangelegenheid. Hij noemde de ziekte 'herfst- koortsen'. Het maakte de legers onrustig en hij (Lodewijk Napoleon) hield daar dan ook rekening mee. Hij liet zijn legereenheden n.l. niet direct na de ontruiming door de Engelsen naar Walcheren oprukken, Walcheren dat - niet geheel ten onrechte - de bijnaam 'het graf van de Engelsen' had gekregen. Zieken werden naar Bergen op Zoom getransporteerd. Als medicijn gaf men de soldaten bitter en wijn. Brood en vlees werden streng gekeurd en de troepen kregen extra rantsoenen. Men begon serieus te zoeken naar de oorzaak van de koorts. Regels werden opgesteld om te pogen de ziekte te voorkómen, de baas te worden, waaronder de volgende: lokalen moesten geregeld worden gelucht; er moest stro gelegd worden op vochtige plaatsen. Aangeraden werd niet op vochtige grond te gaan zitten en geen natte kleding aan te houden, geen water te drinken en als er niets anders was, het water eerst te koken. Het resultaat was gunstig. Er waren veel minder zieken. Later, in 1831, gedurende de 1 O-daagse veldtocht, was een groep Hollandse soldaten in Staats-Vlaanderen gestationneerd. Daar (en dan) komt - wederom in augustus - de koorts weer opzetten. Men geeft extra jenever, doet azijn in het water, maar weer zijn er vele slachtoffers. De zieken liggen in allerlei gebouwen, arsenalen en kerken bij gebrek aan hospitalen. Men moest ze wegvoeren en zo kwamen ze naar Walcheren. Voor de manschappen was dit zeer ontmoedigend. Eindelijk begint men dan kinine te geven (in de wijn en in de gort). De ellende duurt tot eind september. Sinds 1875 is de koorts langzaamaan afgenomen. In 1905 zijn er nog 4 personen aan de Zeeuwse Koorts overleden; in 1910 is de ziekte verdwenen. Het indijken van de schorren, waar de muggen zich voortplantten, heeft hiertoe bijgedragen. Droevig is, dat vele dijkwerkers die dit nuttige werk ver richtten, het slachtoffer werden van deze kwaal. Letterlijk was dit het risico van het vak. Dr. Ross is de eerste man geweest die, in 1896, het verband zag tussen de malariaparasiet in het bloed van de mens en de mug die zojuist de mens geprikt had en diens bloed had opgezogen. De mug was het voertuig van de parasiet! Na deze ontdekking was men in staat de juiste maatregelen te nemen om deze gevaarlijke ziekte te bestrijden. Literatuur: Les Fièvres Zélandais et leur influence sur l'expédition anglaise en 1809, par dr. P.B. van Loo, médicin militaire de la classe a Delft (1910). 30

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 30