REACTIE OP
WINDMOLENS (De Wete nr. 1, januari 1988)
Het memoreren van de discussie tussen de molenaars Zandberg en Kasse over
de locatie van de Souburgse molen 'De Pere' (tijdens de bijeenkomst op 23
september 1987 van onze Kring) deed de heer A. Arendse uit Schoondijke naar
de telefoon grijpen om mij daarover op te bellen.
Hij wees me erop dat het probleem dat opgeworpen werd in feite geen
probleem is, omdat de plaats waar thans de molen 'De Pere' staat - nu Oost-
Souburg - vroeger behoorde tot (de burgerlijke gemeente) West Souburg.
De heer Arendse verwees me naar een publicatie van (wijlen) L. van
Wallenburg in de PZC. Die publicatie heb ik niet gevonden. In de Verzameling
Van Wallenburg bevindt zich echter een kranteknipsel van B.J. de M(ey) van
16 maart 1954, waarin laatstgenoemde, na geschreven te hebben over de
samenvoeging van de kerkelijke gemeenten West-Souburg en Oost-Souburg,
schrijft: 'Vrij spoedig volgde ook de burgerlijke vereeniging van beide Sou
burgen. Bij Kon. Besluit van 16 Juli 1834 no. 95 werden beide gemeenten tot
één gemeente vereenigd met ingang van 1 Jan. 1835'.
En: 'West-Souburg is altijd grooter (bijna 600 gemeten) van grondgebied
geweest dan Oost-Souburg. De grens tusschen beide was de Oude Vlissingsche
weg. De tegenwoordige (dat is dus in 1954, H.) Oostsouburgsche molen
behoorde vroeger tot West-Souburg. De Oostsouburgsche molen stond aan
den Rittemschen Straatweg. Deze was een houten molen en is in 1890 afge
broken. Door het graven van het kanaal door Walcheren, echter van
Vlissingen naar Middelburg, het andere deel was er al van 1817, is ook het
dorp West-Souburg verkleind'.
De onduidelijkheid betreffende de gemeente waarin de molen 'De Pere'
vroeger stond, is naar mijn gevoel ontstaan omdat we ons wat moeilijk kunnen
voorstellen, dat het Kanaal door Walcheren dwars door het toenmalige dorp
West-Souburg werd gegraven. Nadien werd het Kanaal dè scheiding tussen
Oost- en West-Souburg, wat uiteraard erg logisch is.
Het zou tot grote praktische moeilijkheden hebben geleid indien de oude
benamingen zouden zijn gehandhaafd.
In de 'Gids door Walcheren', uitgegeven door de Vereeniging tot bevordering
van het vreemdelingenverkeer in Walcheren te Middelburg (1922) lees ik over
Oost- en West-Souburg:
en wel Oost-Souburg aan den Ouden en West-Souburg aan den Nieuwen
Vlissingschen weg:
Het eenige merkwaardige, dat West-Souburg bezit, is een bescheiden gedenk-
teeken, als een herinnering aan een grootsch verleden: het monument op het
graf van Philips van Marnix, heer van St. Aldegonde, den dichter van het
Wilhelmus van Nassauwe, den kloeken strijder, naast Willem van Oranje,
voor staatkundige en geloofsvrijheid. Op initiatief van eenige Antwerpsche
heeren (Philips van Marnix was eenigen tijd burgemeester van de Zuid-Neder-
landsche koopstad) is dit gedenkteeken geplaatst, dat op 3 September 1872
plechtig werd onthuld en aan het gemeentebestuur overgedragen. Op 17
December 1898, bij gelegenheid van den 300en gedenkdag van Marnix' dood,
werd door een 34-tal Belgische heeren, met Antwerpen's welbekenden burge
meester Jan van Rijswijk aan het hoofd, aan den voet van het gedenkteeken
31