Y eleze In deze beschrijving is geen spoor meer terug te vinden van de situatie van vóór de samenvoeging per 1 januari 1835. Het noemen van de verbindingsweg tussen West- en Oost-Souburg zou zelfs de indruk kunnen wekken, dat de situatie altijd geweest is zoals ze in 1922 en thans is. Niets is minder waar, zodat het helemaal niet gek is, dat de (huidige) molen 'De Pere' nu in Oost-Souburg staat, maar oorspronkelijk in West-Souburg (zonder verplaatst te zijn). H. STROPERS Stropen is, naar mijn idee, per definitie afkeurenswaardig. Toch valt er wel enig begrip op te brengen voor het feit dat men vroeger het karige bestaan trachtte aan te vullen door middel van de stroperij. Oud-stroper Piet Polderman (86) uit Vrouwenpolder schreef een boekje over het vooroorlogse stropersbestaan in de Walcherse duinen. Een boekje dat nogal wat aandacht kreeg in de pers, waarbij het mij opviel dat nergens werd vermeld dat de Heemkundige Kring Walcheren de eerste was die Poldermans stropersherinneringen onder de aandacht van het publiek bracht. In De Wete werd n.l. in 1983 en 1984 een relaas in vervolgafleveringen gepu bliceerd onder de titel 'Stropersdagboek' In sterk bewerkte vorm met een gedegen inleiding van Jan Zwemer, de jonge historicus die zo'n succes had met zijn 'Een zekel om geit-eten te snieën' (recentelijk herdrukt), bracht Fanoy Boeken te Middelburg Poldermans herinneringen onder de titel 'Een stroper jaagt voor de voet in boekvorm uit. Een aantrekkelijke uitgave, waarin we lezen over het stropersambacht, het wild (eenden, fazanten, patrijzen, hazen, konijnen enz.) én de stropers (met bijnamen als Roodbol, Hursch, Jood, den Gelen, Bolus, Boerejan en Bambaver). Het ethische slot van het 43 bladzijden tellende boekje - dat overigens in zeer korte tijd was uitverkocht en onlangs een tweede druk beleefde - doet in het licht van het behandelde onderwerp wat merkwaardig aan. Nadat de auteur heeft opgemerkt dat de mensen vaak niet volgens hun verstand te werk gaan en veel onenigheden hebben, besluit hij met: 'Wij mensen, of we nu Christen zijn of niet, hebben een voorbeeld te nemen aan de dieren. Dat moet te denken geven PELGRIMSTEKENS Van 16 november 1987 t/m 26 februari 1988 werd in het Zeeuws Museum een interessante tentoonstelling gehouden onder de titel 'Heiligen uit de modder'. Deze expositie was gewijd aan in Zeeland gevonden pelgrimstekens. Wat zijn dat eigenlijk: 'pelgrimstekens'? Het betreft kleine bedevaartsouvenirs (voornamelijk van een tin-lood legering) uit middeleeuwse heiligdommen. In onze provincie zijn er de afgelopen tien jaar zo'n 700, daterend uit de 13de tot de vroege 16de eeuw, gevonden. Ter begeleiding van de tentoonstelling verscheen het aardige boekje 'Heiligen uit de modder. In Zeeland gevonden pelgrimstekens' door drs. R.M. van Heeringen, dr. A.M. Koldeweij en drs. A.A.G. Gaalman. Hierin worden achtereenvolgens behandeld: 'Middeleeuwse pelgrimstochten en bedevaart- 33

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 33