psalmberijming van 1773 wordt gezongen. Hij houdt vast aan de psalmen van Datheen. Na een slepend conflict wordt ds. H.J. Budding in oktober 1839 ontslagen als 'herder en leeraar' van de Afgescheiden Gemeenten in Zeeland. In verband met de verwarde toestand van de gemeente is in 1838 maar éénmaal een kerkeraadsvergadering genotuleerd. Na Buddings vertrek wordt ds. C. v.d. Meulen in zijn plaats aangesteld. In 1841 verzoeken kerkeraad en gemeenteleden de koning om de gemeente te erkennen. Dit verzoek wordt ingewilligd. De officiële naam luidt dan: 'Christelijk Afgescheiden Gemeente'. Het predikaat 'Gereformeerd' mocht volgens de wet niet voorkomen in de naam. Pas in 1844 krijgt Middelburg een eigen predikant: ds. J.L. Lankhorst. Uit een brief van 1 november 1843, voorafgaand aan zijn intree, blijkt dat men in Gasthuiskerk (ca. 1960) 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 5