Middelburg niet te spreken was over zijn ambtsgewaad. Ds. J.L. Lankhorst
schrijft: 'dewijl gij met het woord van God niet tevreden schijnt te wezen, en
gij u zeiven eenen bijbel gemaakt hebt, waarin geschreven moet staan:
Onderwijst en doopt met ambtsgewaad; predikt het Evangelie met steek, korte
broek, mantel, bef enz.' 4).
Ds. J.L. Lankhorst overlijdt echter reeds enkele maanden na zijn bevestiging.
Tot 1841 had de gemeente het zonder kerkgebouw moeten stellen, zodat men
bij de gemeenteleden thuis moest vergaderen. In 1841 echter heeft men een
pand aan de Kinderdijk gekocht, genaamd 'Het Moriaanshoofd', dat dienst
deed als kerkgebouw.
In 1845 koopt men de laat-middeleeuwse Barbarakapel (Gasthuiskerk), thans
in gebruik bij de Christelijk Gereformeerde Kerk. In dat zelfde jaar wordt ds.
J.L. Lankhorst opgevolgd door ds. H.G. Klijn.
Met een eigen dominee en een echte kerk komt de gemeente in rustiger
vaarwater terecht.
De Gereformeerde Gemeente onder het Kruis
Over het ontstaan van deze gemeente in Middelburg is niet veel bekend.
Hoewel de eerste Kruisgemeenten, zoals men ze kortheidshalve ook wel
noemt, zijn ontstaan als een afsplitsing van de Christelijk Afgescheiden Ge
meenten nadat deze erkenning hadden aangevraagd bij de koning, is dat in
Middelburg niet het geval.
In 1857 waren er in Middelburg slechts twee a drie leden. Wel werd toen iedere
donderdagavond om zes uur een wekelijkse oefening gehouden. De predikant
van Vlissingen ging dan voor in een gebouw op de Nieuwe Haven 1112, dat bij
die gelegenheid dan overvol was 5).
Onder zijn gehoor had hij ook mensen van de 'anti-togabeweging'. Deze be
weging kwam voort uit de Nederlandse Hervormde Kerk en verzette zich tegen
de toga als ambtsgewaad, dat zij ervoeren als een 'dekmantel van ongerech
tigheden'. De meeste aanhangers van deze beweging hielden zich echter verre
van 'de kruisridders' en gingen hun eigen weg.
In 1858 wordt in Middelburg een Gereformeerde Gemeente onder het Kruis
gesticht door C. van den Oever, bijgenaamd 'de paus der kruisgezinden' 6),
met zijn zoon Harm als predikant. Een uitgebroken perceel aan de St. Pieter
straat diende als kerkgebouw 7).
Ds. C. van den Oever had toen net een breuk met het landelijk kerkverband
der kruisgemeenten achter de rug. Slechts enkele gemeenten stonden nog aan
zijn kant. Vlissingen brak met Van den Oever. Ds. Harm van den Oever blijft
tot 1861 in Middelburg, waarna hij in dat zelfde jaar wordt opgevolgd door ds.
M. Keulemans, een volgeling van ds. C. van den Oever.
In 1863 veranderen de Kruisgemeenten hun naam in 'Gereformeerde Kerk in
Nederland'. Na diverse wetswijzigingen betreffende de kerkgenootschappen
hoefden zij hun kruis van onvrijheid niet meer te dragen.
De 'Van den Oevergroep' noemt zich echter nog steeds Gereformeerde
Gemeente onder het Kruis.
Ds. M. Keulemans breekt in 1865 met de laatstgenoemde groep en sluit zich
aan bij de 'Gereformeerde Kerk in Nederland'.
De voornaamste geschilpunten tussen de Christelijk Afgescheiden Gemeenten
en de Kruisgemeenten (Gereformeerde Kerk in Nederland) waren ten eerste het
verzoek om erkenning aan de koning door de Christelijk Afgescheiden Ge
meenten en ten tweede het verwijt aan de Kruisgezinden dat hun leraren niet
gestudeerd hadden en niet 'wettig waren geordend' 8).
6