moesten leiden tot het ontstaan van 'vervoer over water van meer publieks
vriendelijke aard'.
Wij citeren de artikelen 16a en 11 van het 'Reglement op de Policie der Veren
in de Provincie Zeeland, goedgekeurd door Zijne Majesteit bij besluit van den
21 Augustus des jaars 1820:
artikel 1
Na den 31 December van het thans loopende jaar, zal op geene overzet-veren
binnen deze Provincie met eenige andere vaartuigen mogen worden gevaren of
overgezet, dan die, op voordragt der eigenaren, hetzij besturen of bijzondere
personen, door de Provinciale Staten of derzelver Gedeputeerden daartoe
zullen zijn goedgekeurd en geadmitteerd.
artikel 6
Niemand zal als vaarschipper of als waarnemende knecht op één der overzet
veren binnen deze provincie mogen fungeren, dan die daartoe door of vanwege
de Provinciale Staten zal wezen geagreëerd, na dat hij door een blijk van het
Bestuur zijner woonplaats zal hebben aangetoond, dat hij van een behoorlijk
burgerlijk gedrag, en binnen de gemeente als een bekwaam schipper of
stuurman bekend is, behoudens de uitzonderingen in fine van Art. 4 vermeld.
artikel 11
Alle schippers of stuurlieden of derzelver waarnemende knechts, welke op of
na den 1 Januarij 1823, zullen bevonden worden anders, dan in buitengewone
en onvoorziene gevallen, eenig overzetveer binnen deze Provincie, tegen de bij
dit reglement gemaakte bepalingen, te hebben bediend, zullen, ten behoeve
van de plaatselijke kas, voor de eerste reis met eene boete van 25, voor de
tweede reis met eene boete van 50, en voor de derde reis met eene gevangenis
van twee ot vier dagen worden gestraft, onverminderd het regt der Staten, om
deszelfs admissie als veerschipper binnen deze Provincie in te trekken, indien
daar toe termen mogten gevonden worden'.
Artikel 4 duidde op de leeftijdseisen bij aanstelling van personeel. Deze eisen
waren voor:
de veerschipper minstens 25 jaar oud,
de als schipper fungerende knecht minstens 20 jaar oud
en de overige knechts of jongens minstens 16 jaar oud.
De vaststelling van 'Het Reglement op de Policie der Veren in de Provincie
Zeeland' geschiedde in de vergadering van Gedeputeerde Staten op 20 septem
ber 1822 te Middelburg en bevatte in totaal 12 artikelen.
Thans verdergaande met de Reiswijzer uit het boek van De Kanter, geven we
voorbeelden uit zijn 'Waarschuwingen en Onderrigtingen over de Watergetij
den'.
De Kanter wees in zijn Reiswijzer op het hier reeds eerder genoemde hoogte
verschil tussen eb en vloed van ca. 2,4 m.
Behoorlijke voorlichting hierover aan de met Zeeland onbekende reiziger kon
deze dus behoeden voor moeilijkheden en teleurstellingen.
Voor hem diende inzonderheid het volgende:
'Men kieze, waar het ook zij, voor zoo veel men dit kan, nimmer de lage getij -
10