Hoewel Middelburg op grond van haar historie een aantal overeenkomsten
heeft met deze klassieke Hollandse stad, zijn de verschillen tussen beide steden
vele malen groter. Dit is natuurlijk al voor een groot deel terug te voeren op de
verschillen in topografische gesteldheid. Zo is Amsterdam ontstaan op een
stukje zompige moerasgrond rond de afdamming van de Amstel. Iedere uit
breiding moest door de overheid gepland worden in verband met wateroverlast
en transport over ditzelfde water.
In zijn oorsprong is Middelburg meer spontaan gegroeid als lintbebouwing op
een aantal samenkomende kreekruggen rond de Karolingische Burcht. (Voor
details over dit laatste verwijs ik U naar de artikelenserie van de heer K. Kareis
over de straatnamen van Middelburg in De Wete 1982, 11e jaargang nrs. 3 en
4).
Ziedaar de principiële verschillen tussen de klassieke Hollandse stad en een in
haar oorsprong wat meer Vlaams georiënteerde en gegroeide nederzetting.
In die planmatige aanpak tot in uitersten van de Amsterdamse stadsplatte
grond zal ook de oorsprong kunnen liggen van het feit dat de burgerpaleizen
van de meest welgestelden zijn gesitueerd aan de Herengracht en de Prinsen
gracht. Een beeld dat in Middelburg niet opgaat. Immers de behuizing van de
echte groten lag door de hele stad verspreid.
Te denken valt hierbij aan 'het huis op de Spuibrug' in de Spanjaardstraat,
'De Gouden Poorte' en het voormalige gebouw van het Zeeuws museum in de
Wagenaarstraat, de beide gerechtsgebouwen op resp. de Balans en het
Hofplein, het huidige belastingkantoor aan de Lange Noordstraat, het pand
van de Stichting Zeeland op de Dam en het voormalige woonhuis van
Paspoort van Grijpskerke (zie het boek 'Papieren Zolder' van L.W. de Bree)
eveneens op de Dam. Denken we daarbij ook nog aan de afgebrande
Bibliotheek en het eveneens verbrande Hotel Verseput, beide in de Lange
Delft, dan is het duidelijk dat van enige concentratie hier geen sprake is.
Bij het bestuderen van dit onderwerp komt de vraag steeds opnieuw aan de
orde waarom in Middelburg deze rijke behuizingen niet wat meer geconcen
treerd zijn gebouwd, waarom ze juist zo verspreid liggen.
De planmatige aanleg van de Amsterdamse grachtengordels kan hierbij een rol
spelen ofwel het feit dat de Middelburgse huizen gebouwd zijn op een plek
waar voorheen ook al (andere) huizen stonden, zodat in principe alleen daar
gebouwd kon worden waar één of meerdere huizen te koop kwamen. Eén ding
hebben ze echter allemaal gemeen: ze zijn alle voorzien van diepe achtertuinen.
Mogelijk is dat de oplossing voor deze vraagstelling, want ook hierin verschilt
Middelburg van Amsterdam.
Een huis, dat in dit rijtje burgerpaleizen eveneens een - zij het bescheiden -
plaats mag innemen, is het huis 'De Wijser' in de Latijnse Schoolstraat: in het
huidige Middelburg met z'n éénrichtingsverkeer een onopvallende woonstraat
met een smal profiel. Door het ontbreken van wufte ornamenten aan de
buitenkant werkt dit gebouw niet mee om de straat een opvallender aanzien te
geven. Bij een wat nauwkeuriger bestudering van de classicistische gevel vallen
de consequent doorgevoerde verhoudingen op, wat een gevel oplevert van
ingehouden schoonheid. Dit terwijl de architect ook nog te maken had met een
met de straat meedraaiende voorgevel en een geaccentueerde ingangspartij.
Verder vallen de grote ramen op, wat grote kamers doet vermoeden. Een grote
kelder, aan weerszijden van een ruime hal aan de straatkant en tuinzijde grote
kamers.
23