Saumur. Daar zou hij kennis gemaakt hebben met Pontiaan van Hattem, aan wie Roggeveen, zoals hij zelf zei, 'zijn bekering van Spinozist tot Christen' te danken had. Maar daarover straks meer. In 1693 keert Jacob Roggeveen weer terug naar zijn vaderstad. Het 'kohier van het haardsteden-, dienstboden-, caros-, wagen- en paardengeld' over 1694 vermeldt dat Roggeveen met één dienstbode woont in de Lange Noordstraat (in het huis 'de twee Piramyden', thans nr. 37). Tot 1706 beoefende hij het ambt van notaris in zijn geboortestad uit. Hij schijnt zich hier echter toch niet echt thuisgevoeld te hebben want in 1707 vinden we hem in Batavia in Oost-Indië, nadat hij in oktober 1706 door de Heren Zeventien (het hoogste bestuurscollege van de Verenigde Oost-In dische Compagnie - V.O.C.-) tot raad van justitie te Batavia is benoemd. Van zijn verblijf in Indië weten we - het wordt eentonig - heel weinig. Wel is bekend, dat hij een jaar na zijn aankomst te Batavia huwde met juffrouw A.A. Clement. Maar lang duurde dit huwelijk niet, want toen Roggeveen in november 1714 met het schip 'Westhoven' weer naar patria terugkeerde was hij al weduwnaar Hij vestigde zich weer in Middelburg, maar verbleef ook veel te Delfshaven, Zierikzee en Arnemuiden. Het plan van zijn vader om het onbekende Zuidland te ontdekken blijft Jacob Roggeveen bezighouden en na allerlei moeilijkheden slaagt hij er tenslotte in om in 1720 de Bewindhebbers van de W.I.C. zo ver te krijgen dat ze drie schepen beschikbaar stellen voor een ontdekkingsreis. En daarmee zijn we dan bij het begin van ons verhaal aangeland als op 1 augustus 1721 drie schepen onder Roggeveens bevel van Texel op weg gaan naar het magische Zuidland. Men zeilt naar het Westen over de Atlantische Oceaan en doet op 19 november de eerste verversingsplaats aan op het eiland St. Sebastiaan, vanwege de aan boord heersende scheurbuik. Na veertien dagen zeilt de kleine vloot weer verder. Kaap Hoorn wordt gerond en er wordt verder westwaarts gekoerst. Op 5 april 1722 (Eerste Paasdag) wordt het Paaseiland ontdekt, dat sedertdien zo heet. Jacob Roggeveen was de eerste die dit thans bij Chili behorende eiland aandeed. Later zouden o.m. James Cook (eind 18e eeuw) en Thor Heyerdal (in onze eeuw) het Paaseiland bezoeken. Het kreeg vooral bekendheid door de grote stenen koppen (moai) uit de megalithische tijd. Men neemt aan dat het vooroudersymbolen zijn. Pas veel later is ontdekt dat ze op een lichaam staan, dat door aarde is bedekt. Vóór het Middelburgse Jacob Roggeveenhuis, be jaardentehuis aan de Noordsingel, kunt u een replica van een dergelijk beeld aanschouwen. Na een lange reis vol ontberingen bleek bij aankomst te Batavia op 9 september 1722 2/3 van de oorspronkelijke bemanning van Roggeveens vloot aan de scheurbuik te zijn overleden Alsof dat nog niet genoeg was, werden de twee overgebleven schepen (de 'Africaensche Galey' was gestrand) door de V.O.C. in beslag genomen. Men beschouwde de reis van Roggeveen n.l. als een inbreuk op het V.O.C.-monopolie. Verbitterd vertrok Jacob met de retourvloot naar de Republiek, waar hij in juli 1723 aankwam. De V.O.C. draaide echter bij en bood Roggeveen een schadevergoeding van maar liefst 120.000, Zijn levensavond hoefde Jacob Roggeveen dus niet in armoede te slijten. Hij vestigde zich wederom te Middelburg. Dan nog iets over Roggeveen en de godsdienst. Zoals hierboven reeds vermeld, 28

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 30