In 1718 verscheen 'De val van 's werelds afgod, of het geloof der Heiligen,
zegepralend over de leer van eigen gerechtigheid, klaar vertoond uit de
nagelaten geschriften van P. van Hattem door mr. Jacob Roggeveen'.
Deze uitgave was gedrukt voor rekening van Roggeveen. Het boek veroor
zaakte zoveel tumult dat de Middelburgse stadsregering besloot het op te
halen, waarvoor de kerkeraad in een uitvoerig schrijven haar dank betuigde.
We lezen daarin o.m. dat het gaat om 'opentlijke en schrickelijke godver-
loocheningh, godslastering en verwoesting van alle waarheyt en deugd', een
gruwelboek dat eigenlijk in het openbaar verbrand zou moeten worden,
uitgegeven door iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats, die in 'koffij-
huyzen en andere gezelschappen' verkeert en zich niet ontziet zijn vergif, waar
en wanneer hij kan, uit te strooien!
Door de Middelburgse overheid het verblijf aldaar ontzegd, later ook te
Vlissingen en Veere, vestigde Roggeveen zich te Arnemuiden, alwaar hij in
1719 het tweede en derde deel van 's Werelds afgod' uitgaf. Vanwege de mis
kenning en haat die hem ten deel vielen, zal hij vermoedelijk de oude ontdek
kingsplannen van zijn vader hebben opgepakt, die tot de hiervoor reeds
verhaalde reis van 1721-1722 leidden.
Na zijn terugkeer en schadeloosstelling door de V.O.C. vestigde Roggeveen
zich als een onafhankelijk en bemiddeld man te Middelburg, waar hij tenslotte
in 1727 het vierde en laatste deel van 's Werelds afgod' het licht deed zien. Veel
werd hem daarbij niet meer in de weg gelegd, hoewel de orthodoxe predikant
Carolus Tuinman het niet kon nalaten om in 1728 te dichten: 'Ontdekker,
maar in droom, van 't onbekend gewest, In 't Zuiden, woudt gij daar de
Severambes vinden, Gy gingt en kwaamt een nar. Maar erger onderwinden, Is
't snood verspreiden van Van Hattem's zielepest
Het volgend jaar, begin februari 1729, overleed mr. Jacob Roggeveen. Hij
werd begraven in de Nieuwe Kerk.
Jacob Roggeveen is een zachtzinnig en verdraagzaam mens genoemd, die
worstelde met een soms bekrompen en onverdraagzame tijdgeest. Standvastig
en ijverig voor hetgeen hij als waar en goed beschouwde. 'Zachtmoedig
militant', gematigd en bedaard. Een groot Middelburger: na een turbulent
leven nog op 62-jarige leeftijd ontdekker van het Paaseiland. Maar ook groot
in de betekenis van tolerant, principieel, humaan - humanistisch zou je
misschien kunnen zeggen.
Literatuur
Een goed algemeen overzicht geeft L.W. de Bree in zijn Jacob Roggeveen en
zijn reis naar het Zuidland 1721-1722 (Amsterdam 1942). Het journaal van
Roggeveens reis werd door F.E. Multert uitgegeven in de Werken van de
Linschoten Vereniging (deel IV, 's-Gravenhage 1911). Zie voorts de
desbetreffende lemmata in de Encyclopedie van Zeeland, deel II (Middelburg
1982), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I (Leiden 1911) en
de vierde aflevering van F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen (Middel
burg 1893 - waarin overigens nogal wat fouten en onnauwkeurigheden -).
N.B.:
Bovenstaand artikel is een verkorte weergave van een voordracht, gehouden
voor het Humanistisch Verbond, Gemeenschap Walcheren, in het Jacob
Roggeveenhuis te Middelburg, 21 februari 1988.
30