LAAT HET DE WETE WETEN Vroeger was het natuurlijk altijd mooi weer en zeker in Zoutelande. Toch herinner ik me dat mijn moeder en tante eens na een fikse onweersbui midden in de nacht de tuinparasol uit de sloot gingen redden. Naar het strand, spelen in de duinen (de hoogste van Nederland zeiden we), wandelen over het fietspad dat overhuifd door struiken en bomen hier en daar heel geheimzinnig leek, het was allemaal even heerlijk en de weken vlogen voorbij. In mijn herinnering lopen alle Zoutelandse vakanties een beetje door elkaar maar die van 1939 had zijn eigen bijzonderheden. Op 4 augustus werd Prinses Irene geboren. Het werd wel een beetje jammer gevonden dat het ditmaal geen prinsje was, maar de feestvreugde was desondanks groot. Voor het gemeentehuis kondigde de burgemeester voor een zee van mensen de geboorte van de nieuwe prinses aan, hield een redevoering en ging voor in gebed. De bijeenkomst werd besloten met het Wilhelmus. Dat gebed vond ik, die bidden thuis niet gewend was, heel eigenaardig en eigenlijk vind ik dat nog. Een dag later werden er volksfeesten op het strand gehouden. Er waren allerlei wedstrijden voor de kinderen. Ik was zo trots als een pauw, want samen met de dochter van electriciën Leijnse, won ik de tweede prijs bij het zaklopen (ieder met een been in een zak) voor de leeftijds klasse 8-12 jaar. Die maand hield nog een bijzondere gebeurtenis in petto. Irene heette het prinsesje, een naam waar we nog nooit van gehoord hadden maar die vrede betekende. Niet zonder reden werd ze zo genoemd want het zou wel eens oorlog kunnen worden. Eind augustus werd de mobilisatie afgekondigd. Mijn oom en mijn vader vertrokken op gehuurde fietsen naar Vlissingen om naar de aankomst van de militairen te gaan kijken. Mijn vader nam zijn filmcamera mee. Heel wat keren hebben we de beelden gezien van die honderden jonge jongens in uniform en met plunjezakken, op weg naar hun kazernes. Op 31 augustus rondde mijn vader zijn filmpje af met ons vertrek uit Zoutelande. Tante stapt op haar fiets op weg naar kantoor in Middelburg, vader rijdt de Cadillac het erf af en sluit het hek. We zijn nooit in de 'Houtsnip' teruggeweest, want daarna werd alles anders. Pieter Wielemaker uit Koudekerke schrijft het volgende: 'Wij van de stam van Scouting Valkenisse, De Valkeniers, zoeken naar een goede naam voor onze stam. Omdat we niet alleen een naam willen die leuk is, maar ook een naam met een bepaalde achtergrond of betekenis, versturen we nu deze brief naar jullie omdat wij zelf geen naam kunnen verzinnen die goed of leuk genoeg is voor onze stam. Als het kan willen wij de stam een naam geven van een bepaalde persoon die belangrijk is geweest voor de geschiedenis van Walcheren of, als het kan, Koudekerke. Deze man moet bij voorkeur geen zeeman zijn omdat we 34

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 36