deel 3, dat aan boord van de Engelse vloot voor Vlissingen 'typhus vlektyphus) and dysentery was more common than polder fever' Zeeuwse koorts). Eén van de deelnemers aan de expeditie noemde Walcheren dan ook 'no longer a place for a gentleman'. Terzijde wil ik graag nog opmerken, dat de Engelsen meestal het woord 'typhus' gebruiken als zij onze vlektyphus bedoelen. Onze typhus abdominalis (buiktyphus) wordt in de Engelse literatuur meestal 'typhoid' genoemd. Bij vertalingen zijn door verwisseling van deze uitdrukkingen vaak heilloze verwarringen ontstaan! In tegenstelling tot wat mevrouw Van Loo-Ditmar schrijft - dat uit Engeland geen hulp werd geboden - schrijven Lloyd en Coulter in hun boek (zie boven), dat de marine chirurgijns op Walcheren aan wal zette om de chirurgijns van de landmacht te helpen, terwijl uit Engeland ook twee hospitaalschepen werden gezonden en wel de 'Asia' en de 'Bulliver'. Verder werden 40 schepen ingezet om de zieken terug te brengen naar Ipswich en Harwich. Dat er van cholera sprake zou zijn geweest is zeer onwaarschijnlijk. Immers in de verslagen wordt geen melding gemaakt van het heftig braken en de ernstige diarrhee, verschijnselen die met cholera gepaard gaan. Ook wordt geen melding gemaakt van heftige spierpijnen, die kunnen optreden als gevolg van de uitdroging. Ook bedraagt de sterfte aan cholera tijdens een epidemie wel 50%, wat zelfs tot 70% kan oplopen. En ook dit blijkt niet uit de ter beschikking staande gegevens. De grote sterfte op de volgepakte schepen is vermoedelijk veroorzaakt door vlektyphus. Uiteraard kon pas na vervolmaking van de microscopische en bacteriologische diagnostiek op het eind van de negentiende eeuw de diagnose beter gesteld worden. Niet onvermeld mag blijven, dat - hoewel Ross inderdaad aantoonde dat de mug het voertuig is voor de malaria-parasiet - deze parasiet in feite ontdekt is door de Franse officier van gezondheid Charles Louis Alphonse Laveran (1845 - 1922) in 1880. Hij vond de malaria parasiet in het bloed van een 24-jarige soldaat in Algerije. Hopelijk is het artikel van mevrouw Van Loo reden voor de lezers om te gaan snuffelen in oude dagboeken en familie-archieven. Literatuur Doelenman, H.: De malaria-parasiet te Middelburg in de jaren 1940 tot en met 1945. Diss. Leiden. Uitg.: Oosterbaan Le Cointre, Goes, 1946. Harrison, G.: Mosquitoes, malaria man: a history of the hostilities since 1880. Murray, London, 1978. Swellengrebel, N.H. en Buck, A. de: Malaria in the Netherlands. Scheltema Holkema, Amsterdam, 1938. J.P. Davis: A scientific and popular view of the fever of Walcheren, 1810, London. G.P. Dawson: Observations on the Walcheren disese. 1810. London. G. Hargrove: An account of the islands of Walcheren and South-Beveland. Dublin, 1812. J. Wright: History of the Walcheren remittent fever. 1812. London. (De laatste vier boeken worden vermeld op pag. 595 van het Lehrbuch der Geschichte der Medizin, derde druk, deel 3, geschreven door Heinrich Haeser (1811-1884), uitgegeven in 1892.) 36

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 38