Nogmaals 'Herenbeurs' door E. Zuidema In De Wete van oktober 1982 stelde ik de vraag of iemand wist wat 'De Heerenbeurs' was, welke naam voorkomt op een plattegrond van Middelburg, uitgegeven door Altorffer. Het jaar van uitgifte van de plattegrond wordt niet vermeld, maar op de kaart komt voor het Burger- en Armenweeshuis aan het Molenwater, welk weeshuis in 1928 werd opgeheven. De kaart dateert dus van vóór 1928. Ook op de 'Nieuwe Plattegrond' van 1873, behorende bij 'De Straatnamen van Middelburg' komt de Heerenbeurs voor. De heer Kareis was zo vriendelijk in De Wete van januari 1983 te antwoorden, dat in 1592 op de hoek van de Korte Burg en de Bogardstraat een Koopmans beurs werd gebouwd, later in gebruik genomen als Botermarkt. In de Kroniek van Smallegange komt een afbeelding van 'De Koopmans Beurs' voor, terwijl J. de Kanter in 'De Provincie Zeeland' een beschrijving van de Beurs geeft. Eén en ander verklaart echter niet de naam 'Heerenbeurs'. Maar wat blijkt nu? Het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten vermeldt op blz. 324: 'd'eerbeuze, lett. de Herenbeurs: aldus heetten de kramen, die gedurende de Middelburgse kermis standplaats hadden op de Boterbeurs (tot 1900). Men verkocht daar duurdere luxe- en verbruiksartikelen, b.v. glacé- en gemsleren handschoenen: de naam is aan ouderen in Middelburg en omgeving nog bekend'. Ik moet wel opmerken dat niet ik, maar mevrouw C.I. van Nieuwenhuijzen de ontdekking van de vermelding in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten deed. Toen ik er haar kort geleden over sprak, wist zij het ook niet, maar ze kwam op de gedachte het bedoelde woordenboek te raadplegen en met resultaat. De Zeeuwse Encyclopedie vermeldt de Herenbeurs niet, trouwens ook niet de Botermarkt. Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk Middelburg tot 1917 (De Wete april 1988) door drs. J. Nieuwenhuis Met belangstelling las ik in de uitgave van april 1988, blz. 4-11, het artikel 'Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk Middelburg tot 1917'. Herhaaldelijk wordt geschreven over 'Christelijk' Gereformeerde Kerk(en), resp. Gemeente(n); slechts één keer over de 'Christelijke' Gereformeerde Kerk (blz. 7, regel 8 van beneden). Het verschil is belangrijker dan het op 't eerste gezicht lijkt. 'Christelijk' is hier een bijwoord, dat zou behoren bij Gereformeerd; 'christelijke' is een bijvoegelijk naamwoord, dat behoort bij Kerk, en dat is de juiste naam. De betekenis is: een christelijke kerk, die opnieuw gevormd is; niet in de eerste plaats als organisatie, maar vooral wat betreft prediking, eredienst en tucht: leer en leven, woord en daad. Men wilde en wil de band vasthouden met de christelijke kerk van alle tijden. De naam 'christelijke afgescheiden gemeente(n)', die door de regering onder vervolgingen werd opgelegd, werd als te negatief ervaren. Ik geef toe dat het duidelijker zou zijn wanneer tussen christelijke en gerefor meerde een komma zou staan, of wanneer de volgorde van deze twee woorden werd omgekeerd. Echter werd al enige eeuwen vóór 1834 geschreven en 37

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1988 | | pagina 39