DE GRIJZE VELDWACHTER VAN VEERE
De Veersche politie,
de dienaar der Justitie,
is geen gewoon agent.
Hij is een wand'lend praatje
die practisch elk blaadje
uit 't jaartalboekje kent.
Als Veere in gevaar is,
dan is hij commissaris
en diender tegelijk.
Maar als 't rustig daar is,
dan is hij archivaris,
vaak geeft hij daarvan blijk.
Die grijsaard doet verhalen,
in vele vreemde talen
uit Veere's goeden tijd,
aan massa's vreemdelingen
die zich om hem verdringen,
aan 't volk van wijd en zijd.
Die parel der politie
kent niet zoo'n heel klein pietsie
van Nederlands verleên.
Wanneer hij gaat causeren,
gaat ons veel interesseren,
wat onbelangrijk scheen.
Zijn sabel is hem heilig
en Veere is dus veilig,
ook in den maneschijn.
Kan ooit zoo'n zeergeleerde,
die in antiek studeerde,
een dooie diender zijn?
Den veldwachter van Veere,
dien houden wij in eere,
den grijzen, stoeren vent.
Het zij hem wèl gegeven,
dat hij nog lang mag leven;
Perrels, ons compliment.
17