van de samenhang die er bestaat tussen de veelheid van vormen en functies is nog veel leuker. Vooral als het daarbij gaat om bijzondere topografische om standigheden die hierin bepalend zijn geweest. En waar kan dit beter dan in de voormalige havenkwartieren van steden zoals Veere, Zierikzee, Tholen, Goes en niet te vergeten Middelburg? De stedelijke concentratiepunten waar eeuwenlang het leven van alledag zich zo kort op en naast elkaar afspeelde, zijn unieke oorden voor zo'n ontdekkingstocht. Hierbij moet bovenal bedacht worden dat voor de grote wereld de havens in feite de voordeur, de hoofdtoegang, tot de stad vormden. De direkte omgeving van de haven was het centrum van handel en economisch leven, terwijl de stadspoorten in feite de achterdeur vormden naar het platteland. Een willekeurig voorbeeld uit vele gelijke situaties is b.v. de Middelburgse Dam met zijn heren- en koopmanshuizen met daartussen haaks op de haven allerlei leuke steegjes en straatjes, soms overbouwd en bijna altijd ommuurd op plaatsen waar geen belendende bebouwing is. Het zijn deze steegjes waar zich de pakhuizen, de werkplaatsen, de koetshuizen en de woningen van de minder welgestelden bevonden. De Kuiperspoort bijvoorbeeld is een juweel van een straatje en terecht hoog scorend in de anzichtkaartenmolens en de Monumenten-wandelroutes. Maar vanuit zijstraatjes gezien geeft deze zelfde Kuiperspoort (zie tekening) onverwachte beelden, waardoor je je in de late Middeleeuwen waant, tenminste als er geen fietsen tegen de gevel gestald staan. Het grootste gedeelte van het Kuiperspoortcomplex, oorspronkelijk pakhui zen, is nu in gebruik als muziekschool. De half zichtbare gevel op de tekening is de toegang en de centrale hal hiervan. Gaan we door de deur van dit 'openbare' gebouw binnen, dan kunnen we via spiltrappen en gangen en zolders een deel van de gebouwen en hun oorspronkelijke struktuur van binnen bewonderen. Een ontdekkingsreis op zich. De tekening geeft, behalve een gedeelte Kuiperspoort, voor het grootste deel de Schuddebeursstraat weer. Hoewel deze straat op dit punt ontzettend smal is, en in feite een onbeduidend zijstraatje van een zijstraatje, is het nog net niet het smalste straatgedeelte. Naar de Dam toe is een ontsluiting van nauwelijks een meter breed, die de zelfde naam draagt. Ondanks dat het bekend is dat oude straatnamen de functie van de straat weergeven, zal bij het lezen van de naam Schuddebeursstraat aan enig gissen en raden niet te ontkomen zijn. Hoe leuk ook bedacht, het blijkt uiteindelijk niets met schuddende beurzen van doen te hebben. Volgens de heer Stol, die alweer enige jaren geleden een lezing voor onze kring hield, is de oorsprong van deze naam gelegen in het aan de zuidzijde van de Dam gelegen gildehuis van het Kloveniersgilde, dat in de diepe tuin er achter tot 1611 zijn schuttershof had. Het huidige gebouw aan het einde van de Langeviele, over de Lange Viele binnenbrug, en dat nog steeds Kloveniersdoelen wordt genoemd, is door dit gilde na 1611 gebruikt tot het gilde in 1787 werd ontbonden (In dit verband verwijzen wij U naar de Encyclopedie van Zeeland, waar uitgebreid op de schuttersgilden wordt ingegaan). Bedoeld gilde werd aanvankelijk na de ontdekking van het buskruit 'de schutters van den Busse' genoemd. Het Schuddebeursstraatje, zoals het in de volksmond wordt genoemd, verbond het schuttershof van dit gilde met de Kuiperspoort. Hoewel daar geen wetenschappelijk bewijs voor geleverd kan worden, zal het geknal in deze omgeving nogal wat tongen losgemaakt hebben. Zelfs tot lang nadat het gilde was verhuisd naar een locatie aan de rand van de 23

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 25