'De inwoners van het eiland Walcheren hebben een eigenaardig karakter. Ze zijn erg dapper en moedig; maar dat is alles wat in positieve zin gezegd kan worden. Ze zijn listig en bedrieglijk en denken uitsluitend aan hun eigen belang. Het zijn allemaal smokkelaars die de wet verachten en denken dat ze maar alles straffeloos kunnen ondernemen'. (Brief 6) Goed, ieder zijn mening zult U zeggen. Maar wat is Uw reactie op de volgende beschrijving van de Walcherse vrouwen? 'We kwamen veel vrouwen tegen en onze algemene indruk was dat ze niet zo knap waren als onze eigen boerinnen. Ze hadden afschuwelijk dikke benen en enkels en voor het grootste deel grove gezichten. Hun vormen waren evenwel niet slecht; ze waren vrouwelijk en zacht. Er was er echter niet één die in een Engels dorp mooi gevonden zou worden; als je ze echter recht in het gezicht keek waren ze niet écht lelijk. Hun grootste gebrek is levendigheid; dat hebben ze totaal niet. Het zullen wel erg rustige echtgenotes zijn'. (Brief 10) En blijkbaar zit het de schrijver erg hoog, want wat lezen we in de volgende brief? 'Het zijn uitstekende huisvrouwen, die, ofschoon ze erg geduldig kunnen kij ken, altijd bezig zijn. Enkele van hen zijn, zoals gezegd, erg knap in het ge zicht, maar bijna zonder uitzondering hebben ze de meest afschuwelijk dikke benen; als ze een paar jaar getrouwd zijn, is hun figuur geheel vormeloos geworden'. (Brief 11) Over de Walcherse kinderen tenslotte vinden we het volgende: 'Ik wil het ook nog even hebben over de zeer ongezonde aanblik van de kinde ren op het eiland. Ze lijken precies op kinderen van Europeanen, geboren in India. Ze zien doodsbleek en hebben een paarlemoer-achtige gelaatskleur, die je gezien moet hebben om het te kunnen geloven. Sommige reizigers wijten deze zieklijke aanblik aan de eigenaardige manier waarop de kinderen worden opgekweekt. Deze manier, volgens alle theorieën erg slecht, bestaat uit het to taal buitensluiten van alle lucht en beweging. Maar de echte reden schijnt toch het klimaat van het eiland te zijn, dat (wat Duitse geografen er ook van gezegd mogen hebben) zeker niet goed is voor de bevolking. Volgens mij sterft de helft van alle geboren kinderen voor ze 4 jaar oud zijn'. (brief 11) We zouden natuurlijk nog veel meer kunnen citeren. Positief als het gaat over Middelburg (mooie huizen!), Vlissingen (doet niet onder voor Rotterdam) en de carrilons (volmaakt, sprankelend). Negatief over o.a. het Walcherse platteland ('not being a place for gentlemen') en de Joden (de onplezierigste van aile mensenrassen). En verder m.b.t. een veelheid van dingen als de boer derijen, een reis naar Beveland en uiteraard ook militaire aangelegenheden als het vechten met de bajonet. Ik denk echter dat iemand die eens wil lezen hoe een Engels officier schreef 26

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 28