gij zijt het raadselachtig baken,
dat met sterren, zon en maan,
alleen op 't aarderijk blijft waken,
tijd en eeuwigheid weerstaan;
gij zijt het onverklaarde teeken
van een weggestorven volk,
waaruit de eeuwigheid blijft spreken
spijt des levens wentelkolk.
R.R.
'Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uwe spraak maakt u openbaar'
(Matth. 26:73).
Nee, dit is geen openingstekst, uitgesproken tijdens de 'dankdag voor het
gewas' op 30 november 1.1..
Met deze woorden en een andere aanhaling uit het Oude Testament, begon Dr.
J.B. Berns, hoofd van de afdeling dialectologie van het P.J. Meertens
Instituut uit Amsterdam zijn causerie.
Dit, ter gelegenheid van de presentatie van alweer een nieuwe uitgave, n.l.
'Walcherse vertelseltjes van om 't 'Oekje', eerste van een nieuwe Walcheren-
reeks. Schrijfster: ons bekend erelid Mevr. C.I. van Nieuwenhuyzen.
We misten allen haar karakteristieke aanwezigheid op deze avond van de 16e
november.
Nog iemand, die verstek moest laten gaan: aangekondigd spreker voor deze
avond: Bram Francke, geveld door een baal hooi. Wij wensen hem van hieruit
algeheel herstel toe.
Dr. Berns, zich als Geldersman presenterend als excuus voor zijn misschien
foutieve uitspraak van het Zeeuws, bleek een waardig remplacant.
Hij schetste de grote invloed van de Statenvertaling van 1637 bij de ontwikke
ling van de standaardtaal (vroeger Algemeen Beschaafd Nederlands ge
noemd!), onmisbaar naast de bestaande zo zeer van elkaar verschillende dia
lecten.
Ook, dat in de laatste 10 jaar de belangstelling voor de dialecten weer is
toegenomen, met als reden o.a.
De bescherming van alle 'met uitsterven bedreigde soorten'
Acceptatie van 'streekherkenbaarheid' in de standaardtaal
Het grote belang van het zich veilig voelen in de moedertaal.
We kunnen ons de luxe permitteren ons dialect na jaren van standaardtaal
gebruik weer op te vatten, erin te publiceren, hetgeen vaak leidt tot valse
romantiek.
Hoewel onze voorzitter hem officieel het eerste exemplaar van mevrouw van
Nieuwenhuyzen's boekje aanbood, bleek de spreker heel goed op de hoogte
van de inhoud. Hij sprak er zijn waardering over uit dat het 'vertelsels' bevatte
uit de tijd van nu en niet teruggreep naar 'de walmende oliepit en begeleidend
stormgebruis'.
6