BIJEENKOMSTEN Ging de lezing over kerkorgels in Zeeland op 16 november j.l. niet door, op 18 januari van het nieuwe jaar konden alle registers wel opengetrokken worden! Onze voorzitter stelde aan ruim vijftig aanwezigen de spreker, de heer J. Snij ders, voor als iemand die al dertig jaar orgelfanaat is en die onlangs nog een tentoonstelling verzorgde in de Zeeuwse Bibliotheek. Ook voor deze avond was er trouwens een kleine, maar smaakvolle tentoon stelling ingericht en kwamen de toehoorders van de lezing binnen onder de tonen van kerkorgelmuziek (wel uit luidsprekerboxen!). Een leuke binnen komst die, gezien het onderwerp van deze avond, niet beter had gekund. De heer Snijders vertelde dat het kerkorgel is ontstaan uit de fluit. Meerdere fluiten naast elkaar, de panfluit, leverde meer tonen. Deze fluit werd voorzien van een ketel met een slang en de tonen die men niet wilde horen, dekte men met de hand af. We zitten dan 300 jaar v. Chr. De Romeinen brachten verbeteringen aan. Ze gebruikten water om een goede verdeling van de lucht stroming in de pijpen te krijgen. Keizer Nero had veel van deze 'waterorgels'. Monniken ontwikkelden de orgelbouw verder. Het is een instrument dat tech nisch aan hoge eisen moet voldoen. Vandaar dat het nog steeds duur is. In de bouwgeschiedenis van het kerkorgel komen we dezelfde stromingen tegen die we in andere kunstgeschiedenis tegenkomen: gothiek 1200, Renaissance 1400, enz.; elke stroming met zijn specifieke kenmerken. Een hoogtepunt in de kerkorgelbouwgeschiedenis is de barok 1600-1750). Een absoluut dal vormt de vervalperiode van 1900-1950; de crisistijd met nauwelijks geld voor orgels. Een tijd waarin inferieure materialen werden gebruikt zoals zink voor de orgelpijpen en papier voor een blaasaanvoersys- teeni. Na dit dieptepunt is er nu een sprake van herwaardering van het barok- orgel. De heer Snijders sprak over een rijke orgelhistorie op Walcheren maar diepte dit helaas nauwelijks uit. Hij gaf alleen een opsomming van enkele orgels op Walcherse dorpen. Op vragen en/of opmerkingen vanuit de zaal wist hij goed in te gaan. Er was hier duidelijk een kenner aan het woord. Des te betreurenswaardiger dat hij de avond niet op de regio toespitste zoals het onderwerp 'Kerkorgels in Zeeland' deed geloven. Aan het slot van de avond bedankte onze voorzitter de luisteraars en de spre ker voor hun aanwezigheid. Ook hij merkte op het heemkundige aspect een beetje gemist te hebben. J. Beun Bezield spreker (en dat mag men van een predikant verwachten) de heer A. van Santen zette op 15 februari l.l. een boom op over het verschijnsel 'levens boom', symbool van de zin van het leven. Universeel bekend zinnebeeld: in alle godsdiensten keert de 'boom des levens' terug. In verschillende landen op heel eigen wijze uitgebeeld, hetgeen spreker met vele dia's illustreerde. Toch keren dezelfde figuren er in terug: de slang (wijsheid), vlinder (psyche), 24

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 26