Walcherse klederdracht plm. 1890 Walcherse klederdracht van heden opgave te verstrekken, waaruit duidelijk blijkt, dat in de lagere klassen het percentage in kostuum nog geringer is dan in de hogere. Dus in de toekomst nog verdere teruggang! Wat zijn nu de oorzaken van deze dreigende totale verdwijning van de Walcherse klederdracht? Allereerst wordt door degenen, die hun kostuum nog in ere houden, geklaagd over achterstelling bij hen die op 'd'r burgers' zijn. Er schijnen winkeliers te zijn -de goede niet te na gesproken - die menen een Walcherse niet zo voorkomend te moeten behandelen als een ander. Ook zijn er klachten over hinderlijke belang stelling in den vreemde. En niet alleen daar, maar ook in eigen land, als Donderdags toeristen van heinde en ver te Middelburg de Zeeuwse schoonheid komen bewonderen. Heus, de Walcherse meisjes zijn niet zo, dat ze die aanstootgevende belang stelling uitlokken! In het hierboven reeds aangehaalde boek van Houwink, schrijft deze over'de opdringerigheid waarmede op marktdag sommige boerinnetjes zich voor de lens van argeloze toeristen posteren, teneinde enige snoepcenten te bemachti gen. Dat zijn voluit stadse manieren, die ten nadele van de Zeeuwse meisjes zelf, bij den fijngevoeligen vreemdeling een illusie verstoren'. Dit is echter onwaar en beledigend voor tal van Walcherse meisjes. Wèl komt het voor, dat Arnemuidse vissersvrouwen met kinderen, trachten geld te slaan uit hun schilderachtige kledij, maar dan moet de schrijver niet generaliserend spreken, als zouden Walcherse boerinnetjes dit doen. Want: Arnemuiden ligt wèl op Walcheren - maar een Amemuids meisje verschilt èn in klederdracht èn In aard veel van een Walchers boerinnetje! De klachten over vermeende of werkelijke achteruitstelling (heel kernachtig de 'boerenstraf genoemd) worden door anderen ook weer tegengesproken. Maar dat het wel eens voorkomt, dat een Walcherse minder in tel is, dan iemand in 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 17