Zoals men ze nog kan zien burgerkledij, is wel een feit. Schreef reeds Vader Cats niet: 'Een boer is nauw een mensch Als ander argument wordt wel gebezigd de duurte van het boerenkostuum met z'n vele gouden sierraden. Maar van andere zijde wordt dan weer betoogd, dat men de soliditeit der stoffen in aanmerking moet nemen en het feit, dat men niet zozeer de speelbal der mode is. Daarbij komt, dat vele der gouden sieraden erfstukken zijn. Het boerenkostuum zou veel tijd vergen, maarhoeveel tijd besteden sommige dames aan hun toilet? Het komt ook wel voor, dat in een dorp enkele meisjes de dracht afleggen - en dat er dan in korte tijd verscheidene andere volgen, 'omdat die of die het óók deed'. Volgens Jhr. Mr. C.M.O. van Nispen tot Sevenaer in de 'Groene Amsterdam mer' van 31 Aug. 1935 ligt de kern van het probleem 'hierin, dat de Zeeuwse of Walcherse klederdracht in werkelijkheid geen eigenlijke nationale dracht is -althans heden. Het is de dracht van een deel der bevolking geworden en wel niet van het maatschappelijk-hogere deel. Daarmee is onherroepelijk het vonnis over de kleding geveld. Men wil tegenwoordig niet de schijn hebben van te behoren tot de 'kleine luyden'. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1989 | | pagina 18