Jan Toorop - Apostelen Andreas en Jacobus
eenkomstig het verlangen van eenige jongeren die gaarne exposeeren
wilden op de vriendelijke badplaats Domburg, waar hun werk ontstond.
Neen, een: Laren, is Domburg (en gelukkig) nog niet! Wel is er een
groepje schilders dat voeling heeft met elkander. Er is een geestelijke
richting stroomend - waarheen?- De toekomst houdt het nog verborgen!
Er is een ander onderscheid met Laren. Daar is het de schilderachtigheid
van 't dorp welke inspireert: hier, in Domburg, is een innerlijke schoon
heid-zoeken gaande met aanknooping van buiten.
Voor Toorop 's kleine communie-bruidjes is het teere Walcherse kind een
gereed model. Zij hebben zulke wijze hoofden, deze jonge boerinnetjes uit
Walcheren, zulke bedachtzame ogen, zulk een rustig bedwongen gang.
Zij missen hel meer stralende, naar buiten uitlevende van de Zuid-Beve-
landsche. De kleine Walcherse draagt hel starre dogma van onverzettelijk
calvinisme uit vrome ouders, verzoet door jeugd, in den rechten toch
zachlen kinderblik.
Van deze tentoonstelling gedurende de Augustusmaand te Domburg
gehouden, zijn ons een paar allerschoonste herinneringen bijgebleven. De
eene geldt Toorop. De meester heeft hier een superbe tekening, heel fijn,
heet weinig met bleek rose en zacht geel verlevendigd. Zij stelt voor den
Christus, in de eene hand beurend den beker met wijn, zinnebeeld van
Jezus 'bloed, in de andere de hostie, zinnebeeld van Jezus 'lichaam. Voor
hem geknield, ligt een kleine schare meisjes, Walcherse kinderen in de
landelijke dracht tot welke lange rokken behooren. Juist deze lange
rokken bij de kindergelaten, deze dracht gelijk aan die der ouderen,
brengt de kinderen jeugdige vrouwelijkheid bij. Hel is of wij figuurtjes
zien der Primitieven.
Nevens dit prachtig werk van Toorop is Jan Heyse 's arbeid te noemen.
Ook bij hem een onberispelijke voordracht, waarvan de verfijning toch
nergens voor de directheid der uitdrukking komt te staan. Ook hem
hebben de zuivere gezichten der vrouwen van dit eiland getroffen. Het
geeft ze weer in lijnen-eenvoud, in kleuren-puurheid, in zulk een simpele
zuiverheid van lijn, dal men bij dit nobel weer al denkt aan de Primitieven.
Mevrouw Elout-Drabbe, willen we nog noemen. Haar werk ook, heeft de
Tooropsche precieusheid waarin de uitdrukking niet te loor ging. Er
blijven ons nog te noemen een paar Apostelbeeltenissen door Toorop
18